De huidige obligatiemarkt lijkt sprekend op die van 1994. Ook toen herstelde de economie van een zware recessie, de groei versnelde, er waren nog geen tekenen van inflatie en de rentevoeten op de langdurige obligaties stegen. Op het laatste na, is de gelijkenis dus treffend. Geldt dit dan ook voor de evolutie van de rentevoeten? Door de aantrekkende economie en de stijgende rentevoeten was Alan Greenspan en de Federal Reserve genoodzaakt om de korte termijn rentevoeten op te trekken om zo inflatie te bestrijden. Het gevolg was dat de rente op de langdurige obligaties nog sneller steeg. Indien 2013 een kopie van 1994 zou worden, zal dit een bloedbad zonder weerga teweeg brengen op de obligatiemarkt. De renteverhoging door de F.E.D. van 25 basispunten had in 1994 zware gevolgen. Op 1 maand tijd steeg de lange termijn rente van 5,70 % naar 6,20%. De S&P 500 daalde diezelfde maand van 480 naar 467, een daling van 2,70 %. Op 18 april voerde de F.E.D. een nieuwe renteverhoging door waarop de korte termijnrente fors steeg, maar aandelen stegen ook fors na die aankondiging. Bij een nieuwe renteverhoging in mei deden beide dezelfde beweging nog eens over. De obligatiemarkten kregen serieus op hun donder in 1994 terwijl de aandelen zeer volatiel waren, maar uiteindelijk behoorlijk stand hielden. BofA investment strategist Michael Hartnett waarschuwt voor een herhaling van 1994. Een heropleving van de economie kan de obligatiemarkten fors onder druk zetten.