Dinsdag kwam er bemoedigend nieuws over de hardnekkig hoge prijzen waar Amerikanen onder gebukt gaan. De inflatie, gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI), is in november aanzienlijk afgenomen en staat op het laagste niveau in bijna een jaar.

De prijzen stegen met 7,1% in november in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. In oktober bedroeg de inflatie nog 7,7%.

De CPI voor november was de vijfde opeenvolgende maandelijkse daling en was beter dan de verwachtingen van economen van 7,3%. Het was de laagste stand sinds december 2021 en een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de piek van 9,1% in juni van dit jaar.

De kern-CPI, waarin de volatiele categorieën zoals levensmiddelen en energie niet zijn opgenomen, bedroeg 6% voor het in november afgesloten jaar, tegen 6,3% in oktober. Op maandbasis steeg de kern-CPI met 0,2% – de kleinste stijging in 15 maanden.

De strijd is nog niet gewonnen

Het huidige inflatieprobleem blijft het gevolg van aanbodschokken die veroorzaakt worden door de inval van Rusland in Oekraïne en de pandemie. Het goede nieuws is wel dat de supply chain zich steeds meer lijkt te normaliseren.

Ondanks de vooruitgang blijft er veel onzekerheid bestaan, aldus Sung Won Sohn, hoogleraar economie aan de Loyola Marymount University en voorzitter van SS Economics. De oorlog in Oekraïne zal de prijzen van voedsel en brandstof blijven beïnvloeden, de heropening van China kan hobbelig verlopen en het weer blijft een volatiele factor.

Bovendien blijven de arbeidskosten nog een groot probleem. De aandelenmarkt blijft nog steeds zeer krap. Er zijn veel meer vacatures dan het beschikbare arbeidsaanbod, wat leidt tot een laag werkloosheidspercentage en een snelle loongroei. De campagne van de Federal Reserve om de economische groei af te remmen zal uiteindelijk zeker een dempend effect hebben op de banenmarkt, maar dat zal tijd kosten

Bron: CNN
Foto: iStock