De uitslag van de Italiaanse verkiezingen is nog altijd niet verteerd, zeker niet omdat Beppe Grillo voortdurend de aandacht blijft opeisen met gekke verklaringen. Op zich is dat niet zo vreemd, want Grillo profileert zichzelf natuurlijk als een komiek. Het probleem is echter dat zijn verklaringen wel gek maar niet echt komisch zijn. Wat bijvoorbeeld te denken van uitspraken dat hij heimwee heeft naar de lire en dat een come-back van deze Italiaanse munt niet valt uit te sluiten. Verder plaatst Grillo vraagtekens bij de terugbetaling van de Italiaanse schulden. Als het even kan, zou hij graag niet de volle pot willen teruggeven. Meer Italiaanse dan Spaanse armen De uitslag van de parlementsverkiezingen heeft de rente op Italiaanse staatsobligaties weer doen oplopen. Opvallend daarbij is dat de Spaanse obligatierente relatief stabiel is gebleven. Hoe meer de economen de Italiaanse situatie uitpluizen, hoe minder goed het plaatje wordt. Er zijn bijvoorbeeld meer mensen die onder de armoedegrens leven in Italië dan in Spanje. De cijfers spreken in dat verband boekdelen: het percentage armen bedraagt in Italië 28,20 %, ten opzichte van 27 % in Italië, terwijl de werkloosheidsgraad in beide landen respectievelijk 11,2 % en 26 % bedraagt. Qua armoede scoort alleen Griekenland (31 % van de bevolking) minder goed.