Over het derde kwartaal is het Japanse BBP met 1,90% gekrompen, waar eerst sprake was van een krimp met slechts 1,60%. De recessie neemt in het land van de rijzende zon dus steeds scherpere vormen aan. De regering in Tokio zit met de handen in het haar. De zittende premier Shinzo Abe heeft de vervroegde verkiezingen weliswaar gewonnen, maar daarmee zijn de problemen niet opgelost. Het probleem is dat Japan er maar niet in slaagt om af te rekenen met de deflatieperiode die het land al enkele decennia teistert. Er zullen krachtige maatregelen noodzakelijk zijn om de Japanse economie uit het slop te halen.

Japanse economie kan extra duwtje in de rug best gebruiken

Het Japanse monetaire beleid wordt steeds soepeler, zo stelt Belfius vast. Om het land uit de recessie en de deflatie, een serie van aanhoudende prijsdalingen te houden, hebben de Japanse eerste minister Abe en zijn regering in 2013 en 2014 alvast diverse maatregelen genomen die bekend staan als ‘de drie pijlen’. Met die maatregelen wilde de Japanse overheid enerzijds de inflatie verhogen, en anderzijds hoopte ze op een waardedaling van de yen. Die twee doelstellingen werden volgens Belfius gehaald, want de inflatie bedroeg in oktober 2,50% op jaarbasis en de yen is op één jaar tijd 7% goedkoper geworden in vergelijking met de euro. Dat recept leek te werken tot de beslissing werd genomen om de BTW te verhogen van 5 naar 8%. Die maatregel heeft het vertrouwen van de gezinnen aan het wankelen gebracht en de economie doen ontsporen. Het bruto binnenlands product is in het derde kwartaal afgenomen met 1,90% (op jaarbasis, waar eerst dus maar op een krimp met 1,60% was gerekend) in vergelijking met het tweede, de grootste terugval sinds de tsunami van maart 2011. Tegen die achtergrond heeft de Bank of Japan besloten zijn jaarlijks programma om obligaties op te kopen, met 540 miljard euro te verhogen om de economie weer aan te zwengelen. Klik hier om ons standpunt over de Japanse economie en de Japanse beurs te leren kennen