De markten staan zwaar onder druk. Voor wie de economische ontwikkelingen op de voet volgt, hoeft dit niet meteen te verbazen: de fundamenten zijn nog steeds uiterst zwak. Des te opmerkelijker was de forse beursstijging van de periode maart 2009 – april 2010. Maar sinds een kleine maand kunnen de markten blijkbaar niet meer om deze zwakke fundamenten heen, met als gevolg de stevige correctie. Economen die de Oostenrijkse school aanhangen, zullen er op wijzen dat dit soort ‘boom & bust’ cycles worden veroorzaakt door geld- en schuldcreatie, aangestuurd door het monetaire beleid van de centrale banken. In de VS worden de verschillende geldhoeveelheden opgemeten en berekend in M1 (nieuwe geldcreatie d.m.v. financiering), M2 (M1+ spaarrekeningen & money markets accounts <100.000$) en M3 (M2 + rekeningen >100.000$, eurodollar accounts, …). De Fed is echter gestopt met het publiceren van de laatste brede geldhoeveelheid M3 in 2006. De officiële verklaring luidde “kostenbesparingen”, maar volgens waarnemers bevatte de indicator té gevoelige informatie over het monetaire beleid van de Federal Reserve. Er zijn echter onafhankelijke instituten, zoals Shadowstats.com, die nog steeds M3 berekenen en samenstellen. Op onderstaande grafiek wordt duidelijk hoe de geldhoeveelheid in de afgelopen periode is geëvolueerd. Zowel M1, M2 als M3 zijn in verval geraakt als gevolg van een forse terugval van de kredietverlening aan consumenten en bedrijven, met uitzondering van de financiële sector. Dit voorspelt niet veel goeds voor de toekomstige evolutie van de economie, en dus ook de markten. Een golf van deflatie lijkt in dit opzicht onafwendbaar. h/t Gerard