Wat moeten we verstaan onder een snel groeiende economie? Het begrip ‘snel’ is relatief, want wat voor het ene land snel is zal voor het andere land uiterst traag zijn. Momenteel woedt volop de discussie over de groeivoet die voor China aanvaardbaar zou kunnen zijn. Of met andere woorden, waar ligt de gevarenzone voor de Chinezen? Veel waarnemers hebben de mond vol over een harde landing van de Chinese economie. De groei van het Chinese Gross Domestic Product (gdp) is al afgekalfd van boven 10 procent tot iets meer dan 7,5 procent, en in geval van een harde landing zou die groei kunnen terugvallen tot 5 procent of zelfs minder.
Chinese groei van 4% is haalbaar
Maar hoeft dat perse een ramp te zijn? De bekende investeerder Marc Faber is al meer dan tevreden met een economische groei van 4 procent in China. De editor en publisher van The Gloom, Boom and Doom Report, gelooft bovendien dat het huidige groeitempo trouwens niet hoger ligt dan die 4 procent. De officiële cijfers zijn namelijk volslagen onbetrouwbaar. Maar 4 procent groei is volgens Faber heel wat in een wereld die het quasi zonder groei moet stellen. Op dat vlak heeft de man natuurlijk een punt. Zowel de Amerikaanse als de Japanse en de Europese regeringsleiders zouden onmiddellijk tekenen voor een groei van het gdp met 4 procent. Bovendien vindt Faber dat China best een tandje mag terugschroeven op economisch vlak. Het land kan beter opteren voor een gezonde groei dan op een groei gebaseerd op een ongebreidelde kredietverstrekking. De gevaren op credit bubbles, waar iedereen regelmatig de mond van vol heeft, zouden meteen een heel stuk kleiner worden. Faber oppert dat hij de voorkeur geeft aan een groei met 4 procent zonder problemen met kredieten, dan een groei van 8 procent gebouwd op een bubble die vroeg of laat uiteen zal spatten. In zo’n scenario zou trouwens ook de Chinese beurs zich heel wat beter voelen, aldus nog Faber. We kunnen hem eigenlijk alleen maar gelijk geven. Maak niet langer meer onnodige fouten – Download de BEURSBIJBEL