Facebook bevindt zich in het oog van de datastorm. Het aandeel ging de laatste dagen fors onderuit. Volgens de gegevens van de SEC verkocht CEO Mark Zuckerberg in de 2 weken voor de recente heisa zo’n 1,14 miljoen aandelen aan een prijs die $20 hoger ligt dan de huidige beurskoers. Dit leverde hem ruim $200 miljoen op.

Met de verkoop van de aandelen, heeft Zuckerberg eigenlijk niets verkeerd gedaan. De verkoop kadert namelijk in een programma waarbij hij op regelmatige tijdstippen aandelen verkoopt. In september 2017 had Zuckerberg al aangegeven dat hij 35 miljoen tot 75 miljoen aandelen zou verkopen over een periode van 18 maanden om zijn filantropisch project te financieren.

Insiders kunnen aandelen verkopen op regelmatige basis onder de regels van 10b5-1. In dit geval is enkel de timing wat ongelukkig.

Het feit dat Zuckerberg en andere topmensen van Facebook hun aandelen verkopen, zorgde er mogelijk wel voor dat de daling wat versterkt werd. Op een moment dat de beurskoers onder vuur ligt, kunnen dergelijke geplande verkopen de daling wat versterken.

Niemand verkoopt meer aandelen dan Facebook-insiders

Zuckerberg verkocht zo’n 1,14 miljoen aandelen tussen 8 maart en 14 maart aan een gemiddelde beurskoers van $183,81. Dit bracht hem zo’n $210 miljoen op. Momenteel bezit Zuckerberg nog steeds 393,1 miljoen aandelen Facebook of 13,53% van de aandelen.

De CEO van Facebook was echter niet de enige die aandelen verkocht.

Ook Chief Technology Officer Michael Todd Schroepfer verkocht 38.024 aandelen op 13 maart aan een gemiddelde prijs van $183,20. Dit leverde hem bijna $7 miljoen op. Schroepfer verkoopt aandelen Facebook in de 2e week van de maand sinds november 2016. Dit is dus duidelijk ook onderdeel van een vooraf bepaald plan.

Zowel Zuckerberg als Schroepfer doen niets verkeerd aangezien de verkopen reeds langere tijd gepland stonden. Opvallend is wel, zoals je op bovenstaande grafiek kan zien, dat Facebook veruit het meest actieve bedrijf is in de verkoop van aandelen door insiders de afgelopen 90 dagen.

Bron: CNBC