Olie bereikte maandag het laagste punt sinds 7 jaar, nadat de prijzen vorige week al het sterkst daalden in twaalf maanden. De daling werd veroorzaakt door uitspraken van Iran. Het land is voornemens zijn export fors te verhogen, ondanks het grote overaanbod van olie wereldwijd. De olieprijzen daalden circa 1 procent in New York, na een min van 11 procent vorige week. Hedgefondsen en andere speculanten hebben hun short posities wederom vergroot, zo blijkt uit cijfers van de U.S. Commodity Futures Trading Commission. Uitlatingen van Iran dit weekend bevestigen de interne verdeeldheid binnen de OPEC. De onderminister van Olie, Amir Hossein Zamaninia, stelde in een interview dat er ‘absoluut geen sprake van is’ dat Iran wacht met het opvoeren van zijn export. “We gaan in onze plannen uit van goedkope olie, dus wat ons betreft kunnen de prijzen verder omlaag. We zijn voorbereid op het ergste.”

Terugkeer Iran in januari

Iran is zich al maanden aan het voorbereiden op het einde van de westerse sancties. Naar verwachting is het in januari zo ver. Als onderdeel van de plannen wil Teheran olie- en gasvelden aanbieden aan buitenlandse partijen. Het uitgangspunt is een productieniveau van 5,7 miljoen vaten per dag in 2020, ruim het dubbele van de huidige productie. Diverse instanties, waaronder het Internationale Energie Agentschap, lieten de afgelopen weken weten het komende jaar weinig verandering te verwachten op de oliemarkt. De prijzen zullen onder druk blijven door een aanhoudend overaanbod. “De prijzenoorlog zal nog minimaal een jaar duren,” zo stelt Hong Sung Ki, commodities-analist bij Samsung Futures, tegenover Bloomberg. “Saoedi-Arabië zal zijn productie niet terugschroeven, en Iran zal er alles aan doen om zo snel mogelijk marktaandeel terug te winnen.”

Volg het nieuws van de financiële markten op de voet via de Facebookpagina van Slim Beleggen.