Vorige week ontving Angus Deaton – econoom aan de Universiteit van Princeton – de Nobelprijs voor zijn onderzoek naar armoede en ontwikkeling. Een deel van zijn onderzoek gaat over het perfecte salaris dat nodig is om gelukkig te zijn. Angus Deaton deed onderzoek naar de levenskwaliteit van de laatste 100 jaar. Hoe evolueerde de levenskwaliteit na de globalisering, technologische revolutie en de opmars van de groeilanden. In dit onderzoek ging Deaton ook dieper in op de relatie tussen mens en geld. Deaton voerde zijn onderzoek samen met Daniel Kahneman, die in 2002 de Nobelprijs in ontvangst mocht nemen. Ze kwamen beide tot de conclusie dat geluk stagneert wanneer iemand meer dan €70.000 op jaarbasis verdient. Het onderzoek bracht aan het licht dat er 2 soorten geluk zijn:
- Dagelijks geluk; de frequentie en intensiteit van blijdschap, stress, verdriet, angst en affectie die een dag goed of slecht kunnen maken.
- Levensgeluk; het gevoel dat de mensen hebben over hun leven.
Geld heeft een andere invloed op beide soorten van geluk.
Het perfecte salaris is niet voor alles voldoende
Het dagelijks geluk neemt niet meer toe vanaf het moment dat iemand meer dan €70.000 per jaar verdient. Het dagelijkse geluk stagneert. €70.000 is het bedrag dat iemand nodig heeft om te doen wat hij of zij graag doet en emotioneel tevreden te zijn. Iemand die €70.000 per jaar verdient, maakt zich geen financiële zorgen meer bij een normale levensstandaard. Maar uit het onderzoek blijkt wel dat iemand die €250.000 verdient op jaarbasis een veel beter levensgeluk heeft dan iemand die bijvoorbeeld ‘slechts’ €70.000 verdient. Iemand die meer dan €70.000 verdient zal geen verandering ervaren in zijn dagelijks geluk, maar ziet wel een stijging in zijn levensgeluk. Hij (of zijn) zal meer tevreden zijn over zijn of haar leven.