In Italië lijkt alwéér een nieuwe politieke crisis in de maak. Of misschien is het begrip ‘crisis’ inmiddels dermate gedevalueerd dat het wellicht beter is om gewoon te spreken van een probleem, of het in het bedrijfsleven tegenwoordig gangbare ‘uitdaging.’ Hoe het ook zij, de zaken verlopen in Italië allerminst gladjes. De Italiaanse president Giorgio Napolitano heeft last minute zijn aanwezigheid bij een conferentie afgelast. Reden: ‘verontrustende politieke ontwikkelingen in het Italiaanse parlement.’ Naar verluidt dreigden aanhangers van Berlusconi op te stappen uit het parlement. Berlusconi De flamboyante Berlusconi werd vorige maand aanvankelijk veroordeeld tot vier jaar cel wegens belastingfraude. Dit werd later omgezet tot één jaar huisarrest. Nu dreigt Berlusconi zijn zetel in het Italiaanse Hogerhuis te verliezen. Reden voor zijn aanhangers om te dreigen met opstappen, daarmee de zittende coalitie onder leiding van Enrico Letta opblazend. Stabiliteit ver te zoeken In Griekenland denkt de gemiddelde Griek een bijdrage te leveren aan ’s lands herstel door fanatiek de Griekse volkssport nummer 1 te beoefenen: staken! In Italië meent de gemiddelde volksvertegenwoordiger kennelijk dat het land er prima voorstaat en een beetje politiek getouwtrek geen kwaad kan. Torenhoge staatsschuld Wanneer we een korte blik werpen op de Italiaanse financiën, constateren wij echter toch dat het land zijn prioriteiten beter elders kan focussen. Wat te denken van een overheidsschuld die de €2.000 miljard ruimschoots overstijgt? De staatsschuld van Italië bedraagt een gevaarlijk hoge 130 procent van het BBP. Als we de economenboekjes er eens op openslaan, geldt een staatsschuld van meer dan 100 procent van het BBP als ‘onhoudbaar.’ Nu is die enorme staatsschuld niet van gisteren op vandaag ontstaan. Mogelijk dat de economenboekjes enige revisie gelden. Italië bestaat nog steeds, kan nog steeds geld lenen op de kapitaalmarkt, dus waar praten weer over? Torst Japan niet een schuldenlast van inmiddels meer dan 250 procent van het BBP? Oftewel: een land stort niet direct in zodra de magische schuldengrens van 100 procent van het BBP wordt bereikt. Feit is echter wel dat het nagenoeg onmogelijk is om met een dergelijke torenhoge schuld enige economische groei van serieuze omvang te realiseren. Dat terwijl groei toch als hét middel wordt gezien voor Europa om uit te misère te komen. Operette achtige toestanden in de Italiaanse politiek leveren geen constructieve bijdrage daartoe, zoveel is zeker. Groeimarkten zuchten niet onder een stagnerende economie. Verkrijg het GROEIMARKTEN RAPPORT hier