2016 gaat direct onrustig van start. Saoedi-Arabië executeert 47 gevangenen, waaronder de prominente sjiitische geestelijke Nimr al-Nimr. Dat komt de bondgenoot van de VS niet alleen op verontwaardigde reacties uit het Westen te staan, maar bovenal op woede van het sjiitische Iran. En van de 15% sjiitische minderheid in Saoedi-Arabië. Die woont overwegend in het oosten van het land, vlakbij het zenuwcentrum van de olie-industrie. En dat betekent grote risico’s voor de energievoorziening, aldus commentator Ambrose Evans-Pritchard. Saoedi-Arabië is een monarchie waar het Huis van Saoed de dienst uitmaakt. De koning ontleent zijn macht met name aan een omvangrijk stelsel van sociale voorzieningen en subsidies, gefinancierd met olie-inkomsten. Maar met de daling van de olieprijs staan de inkomsten onder druk. Daarmee nemen de sociale spanningen in het land toe. De executies gooien nog eens extra olie op het vuur. Volgens Helima Croft van RBC Capital onderschatten beleggers de gevaren:
Als we vijf jaar geleden deze scènes bij de Saoedische ambassade in Teheran hadden gezien, zou de olieprijs scherp zijn gestegen. Maar nu is er zoveel overaanbod dat beleggers denken dat dit allemaal ruis is. Ze hebben nog niet helemaal in de gaten wat er allemaal mis kan gaan.
In de eerste plaats liggen er Iraanse fregatten in de Straat van Hormuz, waar 20% van alle olie passeert. Maar bovenal komen in het oosten van Saoedi-Arabië 12 pijpleidingen samen bij de enorme olie-terminals van Ras Tanura en Dharan, waar tegelijkertijd de grote olievelden liggen. En deze leidingen liggen dicht bij belangrijke wegen en plaatsen, waardoor ze moeilijk te beschermen zijn tegen snelle aanvallen. Evans-Pritchard:
De meeste van de 10,3 miljoen vaten olie die Saoedi-Arabië per dag produceert gaan via het hart van het sjiitische gebied, waar de bevolking ziedend van woede is. Hoewel de oliereserves wereldwijd op recordniveau noteren, is er geen reserve-productiecapaciteit buiten Saoedi-Arabië. Een ontwrichting van het aanbod, die langer dan een paar dagen duurt, kan zorgen voor een enorm felle spike van de olieprijs tot misschien wel $ 200 per vat. En dat zou een wereldwijde economische crisis veroorzaken.