Aandeel van de OPEC in de olieproductie

Het was niet bepaald een grote verrassing toen de OPEC, het kartel van olie-exporterende landen, afgelopen donderdag aankondigde dat het productieplafond ongewijzigd werd gehouden. De sterkhouders binnen de OPEC, op de eerste plaats natuurlijk Saoedi-Arabië, hadden niet onder stoelen of banken gestoken dat ze een wijziging van het productieplafond niet zagen zitten. De OPEC meeting van 27 oktober lokte dan ook heel wat reacties los. Mede dankzij de Amerikaanse schalie-revolutie dreigt de oliemarkt volgens BNP Paribas in een structureel overaanbod terecht te komen volgend jaar, wat de olieprijs sinds juli al met meer dan 30% heeft doen zakken. Om de prijzen enigszins te ondersteunen moet de OPEC tot een akkoord komen om hun productie met zo’n 1,50 miljoen vaten per dag in te perken. Of ze dit ook effectief eerlang zullen doen, is echter veel minder zeker. In de aanloop naar de meeting van de OPEC kon er geen akkoord bereikt worden over een productieverlaging. Daarnaast is de positie van spilfiguur Saoedi-Arabië nog steeds niet duidelijk. Wil het effectief een lagere olieprijs om de Amerikaanse schalie-olie weg te concurreren, zoals door sommigen geponeerd wordt?

Saoedi’s willen andere OPEC landen onder druk houden

BNP Paribas denkt dat Saoedi-Arabië de druk hoog houdt op de andere OPEC landen, kwestie van ook hen in de productievermindering te laten delen. En dat er dus wel degelijk een gezamenlijke productievermindering komt, zelfs eerder vroeg dan laat. Niet alleen zou het een aanhoudende periode van goedkope olie vereisen om de Amerikaanse schalie-olie in te perken, de budgetten van veel Arabische landen rekenen volgens BNP Paribas bovendien op een hogere olieprijs om de sociale uitgaven te blijven ondersteunen. Niet onbelangrijk in een tijd waar extremisme meer en meer aan terrein wint. Jammer genoeg kan niemand met veel overtuiging zeggen wat het resultaat zal zijn van de OPEC meeting. Zal de olieprijs in de komende weken stijgen of dalen? En ook al zou het positief zijn voor de olieprijs, de hoogdagen van Brent boven de 100 dollar per vat ziet Tom Van Ginneken van BNP Paribas niet snel terugkeren. Wordt de productie niet teruggeschroefd, dan dreigt de olieprijs verder weg te zakken, met de nodige winnaars en verliezers als gevolg. Een dalende energieprijs zou volgens Tom Van Ginneken van BNP Paribas immers meer ruimte laten aan centrale banken, terwijl het dan weer zeer negatief zou zijn voor de overheidsfinanciën van sommige landen. Het blijft  een dubbeltje op zijn kant. Klik hier om onze mening te vernemen over de dramatische daling van de olieprijs