China heeft voor de derde keer in 6 maanden de rente verlaagd. Dit heeft de zorgen omtrent de economische vertragingen en de gevolgen voor de arbeidsmarkt vergroot. ‘De zet van de PBOC valideert de veronderstelling van beleggers dat de huidige economische prestaties zullen worden getolereerd, maar slechts tot een punt waarop dit een ernstige bedreiging zal vormen voor de werkgelegenheid’, schreef Uwe Parpart, head of research en chief strategist bij Reorient Group, zondag in een note. ‘Dat punt kan al best eens bereikt zijn.’

Renteverlaging China

De People’s Bank of China (PBOC) verlaagde zowel de leenrente als de depositorente met 25 basispunten naar 5,1 en 2,25 procent. Dit gebeurde in een reactie op de zwakker dan verwachte economische data, wat zorgen over dat het jaarlijkse bruto binnenlands product van rond de 7 procent in gevaar is, heeft doen stijgen. Het handhaven van de stabiele werkgelegenheid is voor de Chinese overheid een topprioriteit geweest. En terwijl de arbeidsmarkt zich staande heeft gehouden ondanks lagere groei, lijken er nu meer spanningen te ontstaan op dit vlak.

Arbeidsmarkt China

Zo heeft vorige maand de provincie Liaoning gesneden in zijn jaarlijkse doelstelling om 700.000 banen te creëren. Dat zijn er nu nog maar 400.000. Dit deed de regering om een meer ‘ernstige’ werkgelegenheidstrend te weerspiegelen, volgens Reuters. Daarnaast waarschuwde los daarvan het ministerie van arbeid dat de autoriteiten niet blind optimistisch zouden moeten zijn nu het tempo waarin nieuwe banen worden gecreëerd, vertraagt. > Dit zijn belangrijke trends om dit jaar in het achterhoofd te houden <   Zal de lagere rente in China een verschil maken? Dit zei econoom Yu Song van Goldman Sachs erover in een note:

‘Wij denken dat de lagere rente de financiële lasten van bestaande leners zal terugbrengen omdat de meeste leencontracten de benchmarkrentes als referentie gebruiken. Dit zal echter niet gelijk gebeuren, aangezien dit soort contracten vaak aan specifieke looptijden is verbonden. Deze aanpassingsperiode is meestal maandelijks, per kwartaal of zelfs jaarlijks.’

Ook Marc Faber had wat te zeggen over de China. Zo zei hij: ‘6 procent groei? Maak je een grapje?!’