De olieprijs veerde vorige week op, maar die stijging was geen lang leven beschoren. Met dank aan nieuws uit Saoedi-Arabië en China. Was dit een klassieke dead-cat bounce? Uit China kwam het nieuws dat het dieselverbruik met 5,6 procent was gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Bovendien groeide de vraag naar benzine in het traagste tempo sinds 2 jaar. Maar dat was niet het enige nieuws. Ook berichten uit Saoedi-Arabië zorgden voor meer neerwaartse druk op de olieprijs. Saudi-Aramco, het grootste oliestaatsbedrijf ter wereld, kondigde aan dat de investeringsplannen niet zullen worden aangepast, ondanks de lage olieprijzen.
“Een daling van de prijzen lag in de lijn der verwachting, na zo’n enorme spurt omhoog,” aldus Bob Yawger, analist bij Mizuho Securities. “Maar dat neemt niet weg dat de vraag uit China naar diesel zwaar tegenvalt. En de Saoedi’s helpen de markt ook niet met hun aankondiging dat ze op volle kracht vooruit gaan met hun investeringsplannen.”
Saoedi-Arabië blijft investeren
Saoedi-Arabië spendeert nu net zoveel aan investeringen als voor de dramatische val van de olieprijzen. Het land geeft hiermee een duidelijk signaal aan de concurrentie. Topman Khalid Al-Falih van Saudi-Aramco zei eerder tegen journalisten dat zijn bedrijf de huidige lage prijzen zeer lang kan weerstaan.
De grote vraag is hoe andere olieproducenten op het nieuws uit Saoedi-Arabië en China zullen reageren. Op een persconferentie in Londen liet OPEC topman Abdalla El-Badri weten, dat zijn organisatie in de toekomst wil samenwerken met producenten die geen lid van OPEC zijn.
Maar vooralsnog lijkt dat ijdele hoop. Rusland heeft de olieopbrengsten hard nodig om de economie draaiende te houden. En de schalie-olie producenten in de Verenigde Staten zullen nog maar zeer weinig vertrouwen hebben in de goede bedoelingen van de OPEC.
Volg het nieuws van de financiële markten op de voet via de Facebookpagina van Slim Beleggen.