Het patroon van de Amerikaanse beurzen lijkt sterk op het patroon van 2010, 2011 en 2012. Tot en met maart wisten de indexen telkens een stijging voor te leggen van 10 % of meer. In maart begon dan de lentecorrectie die zorgden voor een daling 10 % tot 19 % en waarvan de beurzen 5 maanden van moesten herstellen. “sell in May and go away” lijkt al enkele jaren te beginnen in april. Van de signalen die mogelijk een correctie kunnen inluiden, staan er momenteel maar 2 met een rode vlag volgens Jeff Kleintop van LPL Financial. De forse correctie zou dus wel eens kunnen uitblijven dit jaar, tenzij ze daar in Europa misschien anders over denken.
- Dit jaar is er geen einde van een stimuleringsprogramma van de Federal Reserve. QE 1 en QE 2 eindigden in de lente en in de zomer, operatie Twist duurde ook tot eind juni. Het huidige stimuleringsprogramma lijkt nog niet direct te stoppen.
- De Citigroup Economic Surprise Index duidt erop dat de verwachtingen momenteel nog te hoog liggen. Het 50-puntenniveau is nog niet bereikt, maar verzwakking duiden in het verleden op een correctie.
- Het consumentenvertrouwen is terug in dalende lijn. In het verleden was een daling van het consumentenvertrouwen een voorbode van een correctie.
- De winstverwachtingen zijn dit jaar minder hard gestegen als andere jaren. Deze laten nu minder ruimte voor negatieve verrassingen.
- In 2010, 2011 en 2012 steeg de olieprijs telkens met $ 15 tot $ 20 in het begin van het jaar. Dit jaar is de olieprijs slechts lichtjes gestegen waardoor de impact van hogere energieprijzen op de consument vermindert.
- De vorige jaren daalde de VIX tot zeer lage niveau alvorens omhoog te schieten. Tot op heden noteert de VIX nog steeds aan een historisch laag niveau.
- De vorige jaren werden de inflatiedoelstelling nog fors verhoogd door The University of Michigan consumer survey in de maanden maart en april, tot meer dan 4,5 %. Dit jaar blijft de inflatie voorlopig goed onder controle.