De Standard & Poor’s 500 index heeft een merkwaardige prestatie neergezet. Vrijdag rondde de S&P 500 de 7de week op rij met zwarte cijfers af. Het was 2 jaar geleden dat zoiets nog was gebeurd. Maar eerlijk is eerlijk: eigenlijk gebeurde er vrijdag met de beursindexes in de US niet zo heel veel. De Dow Jones Industrial Average hield een kleine winst over, de S&P 500 en de Nasdaq werden iets lager gezet. De investeerders verwachten op de heel korte termijn geen grote bewegingen, wat blijkt uit het feit dat de CBOE Volatility Index (VIX) weer onder 13 eindigde. Spanning en sensatie moest dus van individuele aandelen komen, ditmaal was Wal-Mart aan de beurt. Uit een uitgelekte mail van een Wal-Mart vice president bleek dat de februari-verkopen een “total disaster” waren, de verkopen in de eerste dagen van de maand vormden de slechtste start in bijna 7 jaar. De consumenten werden geconfronteerd met hogere payroll-taxes, wat hun de vinger op de knip deed houden. De beurskoers van Wal-Mart daalde eerst met meer dan 3 %, om bij het rinkelen van de slotbel toch nog altijd 2,15 % onder de slotkoers van de dag voordien te staan. Doet Japan het of doet Japan het niet? Zal Japan het lef hebben om de Yen verder in koers te laten dalen? Het antwoord op die vraag weten we ongetwijfeld pas binnen enkele dagen. Angel Gurria, secretaris-generaal van de OESO, weigert echter de woorden ‘Currency Wars’ in de mond te nemen. We zijn volgens Gurria verder weg van een valutaoorlog dan 2 of 3 jaar geleden. Wedden dat Japan het dus wel zal doen?