s&p_outlook_europaKredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) verlaagt de outlook voor de EU van ‘stable’ naar ‘negative’. Dat betekent dat het bureau de kans groter dan één op drie acht dat het de komende twee jaar de huidige AA+ rating verlaagt. De bijstelling is vooral een resultaat van een eveneens negatieve outlook op Frankrijk en het VK. Na Duitsland zijn dit de twee grootste steunpilaren van de EU met een gezamenlijke contributie van 39% aan het EU-budget. Het VK is bekend: de overheid organiseert naar verwachting in 2016 een referendum over een mogelijk vertrek uit de EU. Een upgrade van bijvoorbeeld Nederland zou het effect van de negatieve vooruitzichten van Frankrijk en het VK niet kunnen neutraliseren, aldus S&P. Nederland draagt nu 6% bij aan het EU-budget. https://www.youtube.com/watch?v=MCruzolMtY4 De outlook-verlaging naar negatief heeft ook te maken met de structuur van de EU. S&P benadrukt dat het een soort bedrijf is waarvan de aandeelhouders nooit hun aandelenkapitaal hebben gestort. Als gevolg daarvan was het eigen vermogen van de EU per ultimo 2014 zo’n €58 miljard negatief. In plaats van een verplichte aandelenstorting kan de EU de middelen van zijn lidstaten aanspreken, mocht de nood aan de man komen. De EU leent ondertussen wel geld uit aan lidstaten via het European Financial Stability Mechanism (EFSM), waarvan nu met name Ierland en Portugal gebruik maken. Daarnaast staat het ook garant voor de eerste € 11 miljard aan verliezen op leningen die het European Fund for Strategic Investments (EFSI) verstrekt. De Europese Commissie, onder leiding van Juncker, riep EFSI in januari dit jaar in het leven om de Europese economie een zet te geven. Het fonds kan tot € 315 miljard (2,2% van het Europese bbp) investeren in infrastructuur, onderzoek, duurzaamheid en het MKB.

EU-garanties vormen risico

Naast de garantie op eerste verliezen staat de EU ook algemeen garant voor € 5 miljard van het EFSI. Het is wel de bedoeling dat de EU-lidstaten de komende zeven jaar 50% van de totale € 16 miljard aan garanties ook daadwerkelijk alvast cash in een spaarpotje stoppen. Desalniettemin is het toch weer extra risico. S&P:

Het EFSI verstrekt leningen aan projecten met een hoger risicoprofiel. Met deze garanties, die niet op de balans komen te staan, stijgen de voorwaardelijke verplichtingen van de EU wel. In totaal komen deze nu op € 100 miljard te staan.

Daar komt nog het recente EFSM-overbruggingskrediet van € 7,2 miljard aan Griekenland bij. Dat verdwijnt weer uit beeld als Griekenland en de EU het eens worden over een definitief reddingspakket. Maar S&P voelt zich toch niet helemaal senang bij deze risico’s voor de EU. Zo lang het goed gaat is er niet zoveel aan de hand. Maar mocht het fout lopen, dan moet er ook veel geld op tafel komen op een moment dat de lidstaten het waarschijnlijk niet zo breed zullen hebben. S&P:

De mogelijke verplichtingen van de EU zijn klein in vergelijking met de middelen van de lidstaten. Maar de bereidheid van grote netto EU-betalers zou wel eens getest kunnen worden als sommige andere landen niet bereid zijn hun beloofde bijdrage over te maken als de nood aan de man is.

<<< Download de gratis Beursbijbel: 10 Geboden voor iedere Belegger >>>