De Spaanse economie kruipt niet uit het dal, maar schiet daar uit in een indrukwekkend tempo. De dienstensector veert krachtig op en het economisch plaatje verbetert duidelijk. Spanje gold tot voor kort als een Angstgegner binnen de Eurozone en dan hebben we het uiteraard niet over voetbal. De Spaanse economie ontwikkelde zich tot voor kort zorgelijk. Het begrotingstekort is uit de klauwen gelopen, de werkloosheid is (nog steeds) gevaarlijk hoog maar neemt wel eindelijk af en er blijven twijfels over de gezondheid van de Spaanse bankensector. Het jongste cijfer van Markit, de Service PMI (dec.) laat zien dat de Spaanse economie over meer veerkracht beschikt dan gedacht. Een waarde van 54,2 over december, versus 51,7 over november geeft de burger weer wat moed. En zoals wel vaker: soms zegt een grafiek meer dan duizend woorden.
Spaanse economie: olé
De dienstensector in Spanje gaat de goede kant (weer) op: het aantal nieuwe orders en de bedrijfsactiviteiten groeiden in het sterkste tempo van de afgelopen zes jaar. En hoewel de werkgelegenheid binnen de dienstensector nog wel afnam, ging het om verwaarloosbare aantallen. Valt er dan niets af te dingen op het jongste Markit cijfer? Toch wel, een deel van het herstel is louter te danken aan prijsverlagingen. Dat vinden de politieke kopstukken in Brussel niet erg, maar voor de winstgevendheid van het bedrijfsleven en de salarissen van werknemers is dat toch een minder gunstige ontwikkeling. We noemen dat fenomeen ook wel interne devaluatie, en dat doet pijn. De veerkracht van de Spaanse economie is indrukwekkend, na jaren van kommer en kwel. Hoewel Spanje nog een hele lange weg af te leggen heeft en één zwaluw geen zomer maakt, is dit zonder meer een belangrijk lichtpuntje. De jongste informatie ontvangt u het snelst wanneer u ons volgt op TWITTER