De zorgen over een economische crisis in China doet de financiële markten wereldwijd beven. Maar die paniek is overtrokken, zo schrijft Stephen Roach, bekend econoom en voormalig hoofd van Morgan Stanley in Azië. Hoewel we onrust op de Chinese aandelenbeurzen en de renminbi zeker niet licht op moeten vatten, zijn de structurele economische aanpassingen die het land doorvoert bemoedigend, aldus Roach:
China moet de balans vinden tussen de vooruitgang in de economische herbalanceringen en de tegenslagen in de financiële hervormingen. De huidige cruciale fase in de transitie naar een nieuw groeimodel vergt inderdaad aanpassingen en oplossingen. Maar dat betekent nog niet dat een crisis aanstaande is.
In december liet Roach weten dat mijnbouwbouwers volgens hem in de ontkenningsfase zitten over de structurele veranderingen in China. Want de groei van de maakindustrie en de bouwsector, ofwel de secundaire sector, vertraagt. Maar de dienstensector groeide vorig jaar met 8,3%, waarmee het inmiddels 50,5% van het bbp uitmaakt. Daarmee ligt het belang van de tertiaire sector ruim hoger dan de overheidsdoelstelling van 47% uit 2011. En ook 10%-punten hoger dan het aandeel van de ‘oude economie’. Met diensten gaan per yuan aan output ook 30% meer banen gepaard, zo legt Roach uit:
Daarmee speelt sterkte van de tertiaire sector een belangrijke rol in het beperken van de werkloosheid en het voorkomen van sociale instabiliteit – de grootste angst van China. Integendeel, ondanks de verzwakkende bbp-groei kwam de banengroei in de steden vorig jaar uit op 11 miljoen. Dat is boven de overheidsdoelstelling van 10 miljoen en een kleine verbetering ten opzichte van de 10,7 miljoen in 2014.
De markten vrezen echter dat de kapitaalvlucht uit de hand zal lopen. Maar Roach wijst er op dat China juist grote reserves besloot op te bouwen nadat de overheid tijdens de Azië-crisis zag hoe economieën ten prooi vielen aan vallende valuta’s. De $ 3.300 miljard aan reserves vormen nog een buffer voor zes jaar als de kapitaaluitstroom gelijk zou blijven aan de $ 500 miljard uit 2015. Roach:
China’s valutareserves liggen nu 23 keer hoger dan de $ 140 miljard die het hield tijdens de crisis in 1997-1998. De reserves zijn ook genoeg om de kortlopende externe schulden maar liefst vier keer te dekken. Bovendien draait China nog steeds een groot overschot op de lopende rekening, in tegenstelling tot de handelstekorten die eind jaren 1990 voor de Aziatische Tijgers zo problematisch bleken. Er is dus wat mij betreft geen sprake van een acute crisis zoals sommigen beweren.