Algemeen wordt er van uitgegaan dat de Amerikaanse beurzen overgewaardeerd zijn. De vraag die dient gesteld te worden is dan ook niet of dan wel hoe sterk Wall Street overgewaardeerd is. Natuurlijk wil de overheid ons doen geloven dat van een overwaardering eigenlijk geen sprake is. Federal Reserve Chairman Janet Yellen verklaarde onlangs nog dat de waardering op Wall Street binnen de historische normen lag. Maar mevrouw Yellen staat natuurlijk niet bekend als een ervaren waarnemer van de markten, ze zou zich beter concentreren op haar monetaire politiek. Wat al moeilijk genoeg is op zich. De stelling van overspannen waarderingen wordt tegengesproken door de sterke bedrijfsresultaten. In het meest recente kwartaal groeiden de winsten van de bedrijven uit de S&P 500 met 8.4 procent waar maar op 4.9 procent was gerekend. Bovendien was er het positief aspect dat ook de omzetten weer stijgen.
Zijn de markten overgewaardeerd?
Uiteraard zijn er meerdere indicatoren die kunnen gebruikt worden om vast te stellen in welke mate een markt al dan niet overgewaardeerd is. Het meest bekende is natuurlijk de price-to-earnings ratio, maar er zijn ook minder bekende indicatoren als de Tobin’s Q to price-to-enterprise value. Het probleem met de price-to-earnings ratio is dat zowel de beurskoers als de bedrijfsresultaten afhankelijk van sector tot sector erg volatiel kunnen zijn. Yale economist Robert J. Shiller en auteur van Irrational Exuberance introduceerde daarom de cyclically adjusted price-to-earnings multiple of CAPE. Deze CAPE zou de grootste volatiliteit moeten uitvegen. En op basis van deze CAPE is het plaatje erg duidelijk: de indicator stond alleen maar hoger op de pieken die de markten bereikten in 1929, 2000 en 2007. Dat wil maar 1 zaak zeggen: de Amerikaanse beurzen zijn overduidelijk overgewaardeerd. Voorkom fouten op de beurs door middel van onze tips – Download de BEURSBIJBEL