De waarderingen op de Amerikaanse beurzen zijn vorig jaar fors opgelopen. Dat hoeft niet te verbazen, want gemiddeld zijn de beurskoersen op Wall Street vorig jaar met meer dan een kwart gestegen terwijl de bedrijfsresultaten niet met een gelijkaardig percentage zijn gestegen. Sommige waarnemers trekken de lijn van de bubble op het einde van de vorige eeuw door naar nu, en maken gewag van een vergelijkbare situatie. Ook toen zouden de waarderingen veel te hoog zijn geweest wanneer ze getoetst werden aan de bedrijfsresultaten. Maar toch was de situatie toen heel anders. Op het hoogtepunt van de bubble op internet kon bij wijze van spreken een hond met een hoed op de kop een beursnotering aanvragen. De gekte bereikte rond de millenniumwisseling een piek toen bedrijven naar de beurs gebracht werden van wie de investeerders nog niet eens met zekerheid wisten te zeggen wat ze deden.
Vergelijkingspunten tussen toen en nu zijn er in feite niet
Met de beursintroducties liep het helemaal fout. Het was de gewoonste zaak in de wereld dat de koersen van nieuwkomers stijgingen met 600 of 700 procent lieten optekenen. Opgelet, het betrof bovendien meestal bedrijven die nog geen dollarcent winst hadden gemaakt en in veel gevallen zelfs nauwelijks omzet realiseerden. Vergelijkingspunten tussen de dot com bubble van 2000 en de beurs van Wall Street nu zijn er in feite niet, want ook de waarderingen zijn momenteel veel bescheidener dan ze toen waren. Het volstaat even te kijken naar de situatie in maart 2000, toen op Wall Street werkelijk van een ‘bubbly’ situatie sprake was. Ruim 16 van de 62 S&P 500 industries, samen goed voor ongeveer 70 procent van de S&P 500 bedrijven hadden toen een PE die meer dan 30 bedroeg. In die buurt mag er inderdaad zonder veel overdrijven van een bubble gesproken worden. Momenteel hebben maar 4 van de 62 S&P 500 industries een PE van meer dan 30. Wij hebben een oplossing voor alle fouten – Download de BEURSBIJBEL