Een gigantische boom en dan een gigantische bust, zo kan je beste de markt voor het schalie olie en –gas omschrijven. Een boom in een der welke sector trekt veel geld aan waardoor nieuwe technologieën ontwikkeld werden en beleggers een blind vertrouwen kregen dat de bomen tot in de hemel groeiden. Het geld wordt echter in de grond gedrild terwijl de schulden op de balansen achterblijven. De productie van olie schiet omhoog terwijl de vraag niet kan volgen en prijzen beginnen te dalen tot de hel losbreekt in de sector. De olieprijs begon vorige zomer al te dalen, maar het bloedbad in de oliesector voltrok zich pas vanaf oktober. Dit zorgt er voor dat het aantal olieplatform in snel tempo daalt. Eind februari waren er al 38,7 % minder olieplatformen actief, in een periode van slechts 20 weken daalde het aantal met meer dan 600 op een piek van 1.609.
Als resultaat zou je verwachten dat de olieproductie daalt, maar niets is minder waar. De enorme schuldenberg in de oliesector moet gefinancierd worden. Hierdoor schrapt men in de kapitaaluitgaven, maar niet in de productie. Olieproductie in de Verenigde Staten blijft stijgen. In januari 2015 lag de olieproductie 84 % hoger dan in 2008. Maar de vraag naar olie kan de productie niet bijhouden. Dit zorgt er voor dat de strategische oliereserves in de Verenigde Staten week na week blijven stijgen. De laatste 10 weken versnelt de opbouw van de oliereserves nog. Het is nog maar de 6e keer sinds 1983 dat de oliereserves 10 opeenvolgende weken stijgt. En dat is meteen de reden waarom de olieprijs nog niet kan stijgen, wie ander gelooft, maakt zichzelf iets wijs. Beleggen in olieaandelen is dus nog lang niet vanzelfsprekend. Waar je dan wel in moet beleggen, lees je in de BeursBijbel.