Zeven jaar geleden brak de grote crisis uit. Centrale banken reageerden wereldwijd met buitengewone maatregelen. Al was het dan niet eens om de groei van de wereldeconomie te hervatten, dan wel om een acute meltdown te voorkomen. Maar hebben we het afstel van een uiterst verschrikkelijk scenario werkelijk te danken aan enkel het beleid van de centrale banken?
De helpende hand in wereldeconomie
China heeft tijdens de crisis een enorme rol gespeeld in het in stand houden van de wereldeconomie. Hoewel er over de betrouwbaarheid van de Chinese cijfers getwijfeld kan worden, maar doen we dat ook niet over de macro-economische data uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten, blijft het een waarneembaar feit dat China de afgelopen jaren enorme sprongen vooruit gemaakt heeft, en de wereldeconomie op sleeptouw heeft genomen. Dit China, dat het handje vasthield van de wereldeconomie, ondersteund door laatste redmiddelen die nog restte in het financiële systeem, blijkt nu ook zelf naar de laatste redmiddelen te grijpen om te voorkomen dat het mee naar beneden getrokken wordt door de rest van de wereld. Maar het blijkt allemaal tevergeefs. De centrale banken, de hoogste instituten waar we met vragende blikken naar kijken wat ze gaan doen, lijken de controle nu echt kwijt te raken. Volgens officiële data koerst de Chinese economie op het laagste niveau van deze eeuw. De reële economie zou zelfs nog veel lager kunnen liggen. Van het verlagen van de rente voor het lenen van geld tot het devalueren van de eigen valuta, het schijnt allemaal niet meer aan te slaan. De afgelopen maand juli daalden de Chinese export met bijna 9 procent waar werd gerekend op een daling van 0,3 procent. Dit zijn schokkende verschillen. Om nog maar te zwijgen over de Chinese huizenmarkt waar de prijzen voor vastgoed pijlsnel de afgrond induiken. Als we naar de grondstoffensector kijken, en neem nu de ‘Bloomberg commodity index’, een mandje van 22 grondstoffen, dan zitten we op het niveau van begin deze eeuw, of te wel, naar een wereldwijde industriële groei hoeven we niet eens te zoeken omdat deze er gewoon niet is. Dan olie in dit verhaal, één van de belangrijkste barometers waar wereldwijde economische groei op afgelezen kan worden. De olieprijs heeft in zeven jaar niet zo laag gestaan, zelfs met eindeloze stimuleringsmiddelen zegt deze indicator dat het eigenlijk een afgelopen zaak is – de industrie trekt gewoon niet meer aan. Ook de prijs van ijzer is ruimschoots gehalveerd van $140 naar $56 vanaf zijn top in januari 2014. Dit zijn klinkklare feiten die heel erg ruiken naar het einde van het huidige systeem dat steeds minder buigzaam wordt. Maar wat te denken van al het geld dat is gestoken in nieuwe ontdekkingen en revolutionaire gasboringen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Deze waren winstgevend bij $80 per vat crude olie. Niemand die dit blijkbaar zag aankomen. Al deze investeringen en uitgegeven obligaties aan investeerders staan diep onder water en zullen nooit meer terug verdiend worden. Voor de aandelenmarkten ziet het er al helemaal beroerd uit. Naast het feit dat de Chinese aandelenmarkten de afgelopen dagen gigantische verliezen liet optekenen, maar liefst een verlies van 8 procent in 2 dagen, vertoont deze beurs de afgelopen maanden al vaker ongezonde bewegingen. Miljarden dollars aan aandelen waren in deze periode al opgekocht door de Chinese overheid. Het heeft allemaal geen zin meer. Wat willen overheden nog gaan doen om de zaak overeind te houden? De waarschuwingen voor een meltdown beginnen steeds luider te klinken. Misschien zou het verstandig zijn om wat geld buiten het financiële systeem om te gaan bewaren. In ons ‘Gids voor goud’ kunt u hier alles over lezen. Download hem nu, hij is gratis.