Op de oliemarkten doen tegenwoordig de gekste geruchten de ronde. De prijs voor een barrel ruwe olie is sinds de zomer met ongeveer 40% in waarde gedaald, zonder dat daar inderdaad een plausibele reden voor werd opgegeven. Het argument van een overaanbod op de markt lijkt namelijk weinig steek te houden. Dat overaanbod kan er onmogelijk plots zijn gekomen, het moet voor de zomer al aanwezig zijn geweest. De vraag luidt dan ook waarom de olieprijs niet sneller is beginnen te dalen. Volgens sommige kenners van de oliemarkt is er duidelijk sprake van manipulatie van de olieprijs. Iets of iemand heeft er belang bij dat de olieprijs zwaar onderuit gehaald wordt. Wie dat zou kunnen zijn, is vooralsnog onduidelijk.
WTI selecteert winnaars en verliezers
In ieder geval zijn er een aantal verliezers in de oliesector, op de eerste plaats een aantal kleinere olieproducerende landen. Dat geldt onder andere voor Iran, Venezuela en Rusland. Daarnaast zitten ook heel wat Amerikaanse schaaloliebedrijven in het verliezende kamp. Naast verliezers zijn er volgens Marc Eeckhout van BNP Paribas ook winnaars bij een lage olieprijs. Dan denken Eeckhout en zijn team van BNP Paribas in eerste instantie aan luchtvaartmaatschappijen, chemie- en transportbedrijven en zware industrieën die relatief veel aardolieproducten verbruiken. Consumenten beschikken dan weer over extra budget wat gunstig kan zijn voor producenten van consumptieartikelen. Andere winnaars zijn landen die relatief veel energie importeren zoals India, China, Japan en zelfs Europa. Hoe kan je als belegger inspelen op deze situatie?, zo vroeg Eeckhout zich af. In plaats van de sterk afgestrafte energiewaarden nu al op te pikken, lijkt het hem interessanter om landen, sectoren of bedrijven te selecteren die een graantje meepikken van de lage olieprijs. Het mes (de olieprijs) valt nog steeds en zoals een oude beurswijsheid zegt: probeer nooit een vallend mes te vangen. Waar ligt de bodem voor WTI? Klik hier om een beter beeld van de oliemarkt te krijgen