De sociale onrust in verschillende olieproducerende landen groeit. Een signaal dat we mogelijk aan de vooravond van een nieuwe olieshock staan, geeft Pimco aan.
De voorbije maanden voorspelden analisten dat de prijs van olie terug zou opklimmen naar 50 dollar per vat. Dat leek niet meer dan evident: de olieprijzen waren onhoudbaar laag. Te laag voor de olieproducenten om voldoende op de markt te brengen om aan de toekomstige vraag te voldoen. Een reeks storingen en productieproblemen hebben er voor gezorgd dat de olieprijs effectief de hoogte in ging. Onder meer problemen met branden in Canada hebben er voor gezorgd dat er een terugval was, maar volgens Pimco moet de aandacht vooral uitgaan naar de sociale onrust in belangrijke olieproducerende olielanden.
Dit wordt dé olieshock van de 21e eeuw
Het mislukken van de gesprekken in Doha over afspraken over de olieproductie zijn één ding, het groeiende geweld in Nigeria is een ander. Door de onrusten is de productie van Nigeriaanse olie teruggevallen tot het laagste niveau in tien jaar (zie grafiek). Nigeria maakte tussen 2005 en 2009 al eerder zoiets mee, alleen lijkt het geweld nu nog destructiever. Ook in Venezuela en Irak is er toenemend geweld en politieke instabiliteit nog verergerd door de lage olieprijzen die de overheden onder druk zetten. De timing kon niet veel slechter, nu de productie van de niet OPEC-landen het voorbije jaar een zware terugval kende. Terwijl de balansen van olieproducerende landen dringend een opkikker nodig hebben, zijn er niet veel reacties mogelijk op wat er zich nu afspeelt. Het is afwachten op wat Saoedi-Arabië en de Golfstaten gaan doen. Conclusie, zegt Pimco: we zitten in een nieuwe destabiliserende fase van de olieshock. Eentje waarbij het niet zozeer draait om geld of krediet, maar om politieke en sociale instabiliteit. Als de politieke en sociale onrusten zich doorzetten, lijkt een nieuwe olieshock onherroepelijk in de maak.
