Voor de eerste keer in meer dan 30 jaar staat de rentevoet op de 30-jarige Amerikaanse overheidsobligatie – US 30Y Treasury – onder het inflatieniveau. Het grote verschil is dat begin jaren ’80 inflatie rond 12% stond terwijl dat vandaag slechts minder dan 2% is. Het beleid van de centrale banken zorgt voor vreemde bokkensprongen op de globale obligatiemarkt. Sinds de financiële crisis hebben centrale banken over heel de wereld 666 keer de rente verlaagd en biljoenen geld geprint. Dit resulteert in deze bijzondere situatie dat beleggers bereid zijn een obligatie te kopen voor 30 jaar waarvan ze bijna zeker zijn dat ze er 3 decennia lang geld op gaan verliezen. Anderzijds zien we ook een vreemde wending bij de obligaties van lage kwaliteit, de zogenaamde ‘junk bonds’. Over heel de wereld vloeit het geld weg uit deze obligaties (richting ‘veilige’ overheidsobligaties). Maar toch stijgt de prijs van deze ‘junk bonds’. Ondanks de uitstroom van miljarden uit de ‘junk bonds’ blijkt de interne markt sterk te zijn. Beleggers in ‘junk bonds’ presteren al slechter dan de algemene markt sinds de aankondiging van QE1 in 2009. De opgebouwde cash wordt nu aan het werk gezet. En terwijl de fondsenbeheerders hun miljarden cash aan het werk zetten, daalt de uitgifte van nieuwe ‘junk bonds’ door de zwakkere economische omstandigheden. Meer cash in combinatie met minder aanbod resulteert in hogere prijzen, ondanks dat het grote geld gaat lopen. Of het beleid van de centrale banken werkt of niet, het zorgt in ieder geval voor vreemde situaties op de financiële markten. Bronnen: Otterwood Capital + ValueWalk