De Nederlanders hebben in maart een halt toegeroepen aan het populisme dat de afgelopen jaren steeds meer bewegingsvrijheid heeft gekregen binnen de Europese landgrenzen. De Nederlandse populistische partij, de PVV, mag dan wel de op één na grootste partij van Nederland zijn, de partij van Wilders wordt uitgesloten als het gaat om het vormen van een regering voor de komende 4 jaar.
Ook elders in Europa wordt er gevreesd voor het populisme. Zo zullen we later dit jaar te maken gaan krijgen met de Franse en Duitse landelijke verkiezingen en de meeste economen waarschuwen met name voor de Franse verkiezingen. De populistische partij van Marine Le Pen staat er immers in de peilingen goed voor.
Italianen geven de schuld aan Brussel
Ook in Italië zijn de politieke zorgen toegenomen. Sinds het aftreden van Matteo Renzi is het land in een niemandsland terecht gekomen. Daarnaast leggen steeds meer Italianen de schuld bij Brussel neer.
Op de bovenstaande staafgrafiek, afkomstig van Bloomberg, is te zien dat het niet vreemd is dat steeds meer Italianen ontevreden raken. Italië is immers het enige euroland dat tussen 1998 en 2016 te maken had met een afname van de reële bbp per hoofd van de bevolking.
En de afkeer tegen Brussel is op de tweede grafiek in kaart gebracht. Op dit moment geeft nog maar 41% van de Italiaanse bevolking aan dat de euro goed is voor hun land. Ook in Italië zal het dus nog wel een tijdje onrustig blijven.