China heeft te maken met het fenomeen van stijgende lonen. Een natuurlijke evolutie, passend in een omgeving waarbij de overheid de exportgedreven groei wil vervangen door consumentgedreven groei. Frederic Neumann, subhoofd economische research bij HSBC, deed een opmerkelijke vaststelling. Hij stelde vast dat de economische heropleving in de VS, Europa en Japan zich vooralsnog niet heeft vertaald in meer invoer vanuit Azië in het algemeen en China in het bijzonder. Neumann heeft daar een logische verklaring voor gevonden: in Azië (lees: in China) stijgen de lonen terwijl die in andere delen van de wereld stagneren. Idem voor de prijzen: de inflatie ligt hoger dan in een aantal Aziatische landen dan in Europa of in de VS. Op zich hoeft men zich over deze evolutie niet echt zorgen te maken. Het fenomeen van de gestegen lonen is een logische fase in de economische ontwikkeling van China. Het land moet de sprong maken van een export- naar een consumentgedreven economie. Die sprong is niet zo evident.
Stijgende lonen China
China was in het verleden de werkplaats van de wereld, maar hoeft dat in de komende jaren niet noodzakelijk ook zo te blijven. Er zal trouwens altijd wel een basis maakindustrie in het land blijven. Die maakindustrie zal echter aan belang inboeten. Een deel van de productie verhuist terug naar de landen van oorsprong, de U.S. of Europa bijvoorbeeld, een ander deel gaat naar andere lagelonenlanden als Vietnam. Bijkomend probleem voor China is dat de ‘war on talent’ in het land is losgebarsten. Wie jonge wolven met talent wil aantrekken moet betere loon betalen. De stijgende lonen in China zullen voorlopig niet voor grote problemen zorgen is de verwachting. Meer weten over investeren in GROEIMARKTEN als China?