Het beste medicijn voor lage grondstoffenprijzen is lage grondstoffenprijzen. Dat mantra heeft de bullishe olietrader Andy Hall dit jaar vooralsnog nog geen succes gebracht. Zijn Astenbeck Capital verloor in september opnieuw 7%. Begin september schreven we dat het overaanbod volgens Hall wordt overdreven. De hedge fund manager ziet ook de vraag naar olie stijgen door de lage olieprijs. Met name China en India laten een forse groei zien. China bouwt ondertussen rustig verder aan de strategische olievoorraden. De laatste cijfers van Oil Market Intelligence (OMI) bevestigen nu Hall’s observaties. De vraag naar olie steeg in augustus met 2,0% op jaarbasis. En dat is de snelste groei sinds augustus 2011. De ontwikkelde economieën waren goed voor een groei met 0,9%, terwijl de opkomende landen een stijging van de vraag met 3,1% optekenden. Volgens econoom Ed Yardeni impliceert dit ook dat de lage olieprijs de wereldeconomie een duw in de rug geeft. De vloedgolf aan monetaire liquiditeiten word nu aangevuld met een vloedgolf aan goedkope olie.
De groei van de olieproductie ligt echter nog wel boven de groei van de vraag naar olie. De ratio vraag/aanbod daalde afgelopen maand naar het laagste punt sinds januari 1999. De lage prijs leidt vooralsnog dus niet tot lagere productie. Integendeel, om de inkomsten nog een beetje op peil te houden draaien veel producenten de oliekraan juist verder open, zo blijkt.
Gisteren bleek uit cijfers van de Department of Energy dat de olievoorraden in de VS afgelopen week met ruim 3 miljoen vaten stegen. De voorraden liggen nu rond het hoogste punt in de laatste 80 jaar. Daarnaast steeg de olieproductie in de VS het snelst sinds eind mei. De daling van de Amerikaanse output van 9,6 tot 9,1 miljoen vaten per dag lijkt daarmee een tijdelijke halt te zijn toegeroepen.
Wellicht heeft deze productiestijging te maken met de snelle prijsstijging toen olie eind augustus onder de $ 40 belandde. De WTI benchmark noteert nu rond $ 48.
<<< Verdien meer geld met deze gratis ULTIEME Trading Almanak >>>