Bepaalde bedrijven mag je als belegger gewoon niet negeren. Ze kunnen op eenvoudige wijze het verschil maken voor de particuliere belegger. Zoals je ongetwijfeld weet, is Warren Buffett een van de beste beleggers van de laatste decennia. Met Berkshire Hathaway haalt hij een gemiddeld jaarlijks rendement van meer dan 20% per jaar. Buffett slaagt hierin doordat hij vaak op zoek gaat naar dergelijke bedrijven. Het zijn bedrijven met een competitief voordeel.
Dit competitief voordeel zorgt ervoor dat concurrentie gewoon geen kans krijgt. En dan rinkelt vaak de kassa voor trouwe aandeelhouders.
Er zijn 5 grote competitieve voordelen:
Immateriële vaste activa: bedrijven met enorm hoge marges en een zeer loyaal klantenbestand. Dit zijn meestal bedrijven met dure, kwalitatief sterke producten of diensten. Bijvoorbeeld: Apple.
Dure kostprijs om te veranderen: in sommige sectoren is de kostprijs om van leverancier te veranderen zo hoog dat de meeste bedrijven er niet aan beginnen. Bijvoorbeeld: Wolters Kluwer.
Onmogelijk na te maken infrastructuur: doorheen de jaren bouwen bepaalde bedrijven zo’n grote infrastructuur uit dat andere bedrijven gigantisch veel kapitaal zouden nodig hebben om dit na te bouwen. Bijvoorbeeld: spoorwegmaatschappijen.
Schaalgrootte: Het bedrijf is zo groot, dat de inkoop van producten zo voordelig kan dat andere bedrijven nooit zo’n efficiëntie kunnen bekomen. Bijvoorbeeld: McDonald’s.
Netwerkeffect: hoe groter het netwerk, hoe efficiënter het netwerk en hoe moeilijker voor concurrenten om met het netwerk te concurreren. Bijvoorbeeld: Facebook.
Wanneer een bedrijf over een van deze voordelen beschikt, zijn dat vaak bijzonder interessante aandelen om te volgen op lange termijn. Vroeg of laat komt er dan een moment dat de markt dit even uit het oog verliest en BAM!, je hebt de belegging van je leven binnen.
Het mag dan ook niet verbazen dat deze bedrijven (in het Engels ook wel een ‘Moat’ genoemd) veel beter presteren op de aandelenmarkt dan andere aandelen. Dat blijkt ook uit volgende grafiek.
De ‘moat’-aandelen stegen tussen februari 2007 en september 2016 meer dan 150% terwijl de S&P 500 niet aan 100% komt. Op de grafiek is ook te zien dat tijdens de financiële crisis deze aandelen niet gespaard werden, maar dat de daling minder was dan bij de S&P 500 en het herstel sterker.
Bedrijven met een competitief voordeel zijn dus bijzonder interessant voor beleggers.