De leiders van de 27 Europese lidstaten kwamen in juli overeen om gezamenlijk, via de Europese Commissie, geld te lenen. Het gaat in totaal over investeringen met een waarde van €1,8 biljoen ($2,13 biljoen). Het historische plan kende echter een forse tegenslag nadat Hongarije en Polen hun veto hadden uitgesproken.
Het veto van de twee landen dreigt de verdeling van de broodnodige middelen te vertragen op een moment dat de regio in het midden van één van de diepste crises in de moderne geschiedenis zit.
Tijdens de onderhandeling met het Europese Parlement eerder deze maand, werd de overeenkomst aangepast. De uitbetaling zou worden gekoppeld aan toezeggingen met betrekking tot de kernwaarden van de Europese Unie.
Hongarije en Polen – waarnaar een onderzoek is ingesteld omdat zij de Europese waarden mogelijk niet respecteren – hebben zich verzet tegen de nieuwe maatregel.
Analisten van adviesbureau Eurasia Group zeiden dat dit een serieuze tegenslag was voor het totale plan. De middelen zouden normaal vanaf januari ter beschikking worden gesteld maar door de veto’s kan dit een aanzienlijke vertraging oplopen.
Ze stellen:
Er zal een aanzienlijke vertraging optreden voordat de financiering de lidstaten bereikt. Misschien zelfs pas in het derde kwartaal van 2021.
Situatie is niet hopeloos
Hoewel er waarschijnlijk een vertraging zal optreden, verwachten analisten dat de impasse uiteindelijk wel zal verbroken worden.
In tegenstelling tot het begin van de crisis hebben landen als Italië en Spanje nu te maken met zeer gunstige marktvoorwaarden. Ze kunnen het zich dus veroorloven om even te wachten op de Europese fondsen.
Polen en Hongarije hebben echter meer te verliezen. De twee landen hebben in het voorjaar minder Covid-19 gevallen gehad dan in zuidelijke buren. In de huidige tweede golf worden ze geconfronteerd met een sterke toename van besmettingen.
Een medewerker van de Europese Unie stelt:
De situatie is ernstig maar zeker niet verloren. De verwachtingen zijn dat we dit obstakel in de nabije toekomst zullen overwinnen.
Bron: CNBC
Foto: iStock