Handel in buitenlandse valuta is een kostelijk en traag proces in de financiële wereld. Het geld moet via enkele tussenpersonen gaan die op hun beurt dan weer een graantje commissie willen meepikken van de handel. Met een nieuw patent gebaseerd op blockchain wil Goldman Sachs dit proces veranderen.
Bij buitenlandse valutahandel gaat het geld van de ene partij eerst naar een tussenpersoon, zoals CLS bijvoorbeeld. CLS houdt het geld bij totdat de tegenpartij de nodige fondsen voorziet. Het geld van de eerste partij zit zo geblokkeerd. Dit kan soms een dag duren. En in de financiële wereld kan er veel gebeuren in een dag.
Het is dus een traag proces. Via de blockchain technologie wil Goldman Sachs de tussenpersoon uitsluiten en het proces versnellen. Het is hiermee de volgende grote bank die experimenteert met de nieuwe technologie.
Andere banken experimenteren ondertussen ook met Bitcoin of Ripple. UBS en Banco Santander hebben bijvoorbeeld al een partnerschap met Ripple, een blockchain startup. Maar volgens Goldman Sachs hebben Bitcoin en Ripple enkele nadelen.
Bitcoin is volledig transparant. In de financiële wereld betekent transparantie een nadeel omdat de concurrentie posities kan innemen tegen bijvoorbeeld Goldman Sachs. Het zou de competitieve aard van buitenlandse valutahandel verminderen.
Goldman Sachs wil nu de voordelen van blockchain combineren met meer privacy en veiligheid alsook de mogelijkheid om witwaspraktijken te kunnen melden aan de nodige autoriteiten.
Bitcoin voert momenteel al 180.000 financiële transacties per dag uit. Bank of America heeft al meer dan 50 blockchain gerelateerde patenten. Bitcoin en blockchain maken dus een steile opmars in het financiële landschap.
Bron: Quartz