Fiscale discipline is in Europa eerder een dode letter. Volgens de Maasrichtnorm mogen Europese landen maximaal een overheidstekort boeken van 3%. Maar daar wordt nogal los mee omgesprongen zo blijkt uit onderstaand cijfermateriaal. Dit jaar zijn er 8 landen die de norm van 3% net of niet zullen halen. Finland, Polen en Roemenië balanceren op het randje met een tekort van 3%. Maar bij de 5 slechts presterende landen, zitten 3 van de grootste economieën in Europa. Dat is redelijk verontrustend. De Top-5 bestaat uit Groot-Brittannië (-3,10%), Griekenland (-3,40%), Spanje (-3,50%), Frankrijk (-3,50%) en Kroatië (-4,80%). Het stabiliteitspact van 1998 stipuleert dat de landen in de Europese Unie hun overheidstekort moeten beperken tot 3% van het bbp en dat ze hun overheidsschulden moeten reduceren tot 60% van het bbp. Sinds 1998 hebben 25 van de 28 landen deze norm al eens overschreden, de daarvoor opgelegde boetes werden nog nooit uitgevoerd. In 2007 waren er slechts 2 landen die de 3%-norm niet haalden. De financiële crisis gooide echter roet in het eten. In 2009 en 2010 steeg het aantal landen naar 22 waarbij Ierland een monster record optekende van 32,3%. Het gemiddelde tekort steeg van 0,9% naar 6,7%. Dit jaar daalt het aantal slechte leerlingen naar het laagste niveau in 9 jaar. Maar Griekenland boekt al voor het 21e jaar op rij een tekort boven 3% en Frankrijk het 9e opeenvolgende jaar. Beide landen kregen een waarschuwing en opnieuw extra tijd om het tekort terug te dringen. Luxemburg is de ‘winnaar’ van 2016 met een overheidsoverschot van 0,40. Naast Luxemburg slagen er maar 2 andere landen in een overschot te boeken: Estland (+0,20%) en Duitsland (+0,10%). Cyprus heeft een balans in evenwicht.