Jeffrey Gundlach is ongetwijfeld een van de meest succesvolle fondsenbeheerders van de laatste jaren. Zijn bedrijf, DoubleLine Capital, heeft ondertussen zo’n $100 miljard in beheer. Gundlach ziet met lede ogen aan hoe de financiële markten zich distantiëren van de realiteit. Hij ziet enkel nog waarde in goud en goudmijnaandelen. Afgelopen vrijdag klokte de S&P 500 op 2.177 punten, een nieuw record, terwijl de economische groei in de VS daalde tot een magere 1,2%. Volgens Gundlach zijn de meeste activa dan ook enorm overgewaardeerd. Enkel goud als veilige haven en goudmijnaandelen als ondergewaardeerde activa bieden nog opportuniteiten. Beleggers hebben het gevoel dat er niets verkeerd kan gaan Gundlach moet denken aan kunstenaar Christopher Wool die ooit zei “Sell the house, sell the car, sell the kids.” Zo voelt hij zich ook, er is niets dat er goed uitziet op de financiële markten. De aandelenmarkt zou sterk moeten dalen, maar beleggers zijn gehypnotiseerd alsof er niets verkeerd kan gaan. Gundlach zelf, met de officieuze titel van Bond King, ziet geen opwaarts potentieel in aandelen, maar ook niet in obligaties. Hij zou nooit short gaan op obligaties en zal zijn obligatieportefeuille nooit afbouwen tot nul, maar aan een 10-jarige rentevoet voor Amerikaanse overheidsobligaties van 1,45% is hij ook niet meer geïnteresseerd.
Waar is de Fed mee bezig?
Gundlach ziet nog wel opwaarts potentieel voor de goudprijs, minstens tot $1.400 per ounce. Goudmijnaandelen blijven ook interessant. Vooral omdat de Federal Reserve met de rug tegen de muur staat. De zwakke economische groei maakt het onmogelijk om de rente te verhogen.
“The Fed is out to lunch. Does the Fed look at what’s going on in the economy? It is unbelievable,”
De beslissing van de Bank of Japan om de rente op -0,10% te laten, ondanks verwachting van een diepere negatieve rentevoet, bewijst volgens Gundlach dat de magie van de centrale banken bijna ten einde is. “Je kan de economie niet herstellen door het financieel systeem te verwoesten”, besluit Gundlach. Bron: Reuters