De invoering van negatieve rentevoeten wordt al een tijdje volop in vraag gesteld. Voor de banksector is deze onconventionele maatregel volgens Citigroup alvast geen succes.
Citigroup heeft een grafiek gepubliceerd die deze stelling kracht moet bijzetten. Zo is de waarde van banken die moeten opereren in een negatieve rente-omgeving al met 25% gedaald sinds het begin van het jaar (blauwe lijn). Banken in landen waar dat niet het geval is, staan zo goed als onveranderd sinds de start van 2016 (rode lijn).
Opvallend is ook hoe langer de negatieve rente wordt aangehouden, hoe groter het verschil tussen de twee groepen toeneemt. Daarnaast zijn de volatiteit of de koersbewegingen van de banken actief in een negatieve rente-omgeving afgaande op de grafiek groter.
Om de negatieve rentezone voor te stellen, nam Citigroup banken uit Japan en de eurozone. Met banken uit landen zoals Zweden, Denemarken en Zwitserland werd geen rekening gehouden niettegenstaande negatieve rentevoeten daar ook wijdverspreid zijn. Voor een positieve renteomgeving gebruikte de Amerikaanse instelling banken uit de VS, het VK, Canada en Australië.
Negatieve rente weegt door
Citigroup staat niet alleen in zijn analyse en kreeg enkele dagen geleden nog de Bank of Japan aan zijn zijde. Deze laatste heeft de reeds negatieve rentevoeten niet verder verlaagd omdat ze naar eigen zeggen naast het goedkoper maken van kredieten en verlagen van obligatierendement ook negatieve bijwerkingen hebben zoals neerwaartse druk op de bankwinsten. “Maar dit betekent niet dat centrale banken zoals de BoJ en de ECB zomaar negatieve rentes zullen afschrijven’, voegt Citigroup er nog aan toe.
De winstgevendheid van banken heeft inderdaad te lijden onder deze maatregel omdat ze minder geld verdienen met het verstrekken van kredieten en moeten betalen om hun geld bij de centrale bank te parkeren. Sommige banken rekenen als tegenmaatregel bepaalde klanten geld aan om middelen bij de bank te houden, andere potten cashgeld op zodat ze geen rente aan de centrale bank moeten betalen.
Bron: MarketWatch