Gisteren raakte bekend dat de Amerikaanse consument het meest optimistisch is sinds 2000. Naast een optimistische consument is ook de optimistische belegger rechtgestaan in de Verenigde Staten. Volgens de gewone belegger oogt de toekomst bijzonder goed op de aandelenmarkt. De laatste keer dat ze zo positief waren, was echter vlak voor de crash van de dotcom-bubbel.
Velen zullen zich de tijd van de internetgekte nog wel herinneren. Iedereen die niets afwist van de aandelenmarkt strooide met de beste aandelentips alsof het een 2e beroep was. Taxichauffeurs wisten meer dan analisten. Lunchpauzes diende om snel wat winst te scoren op de aandelenmarkt. Iets minder dan 50% van de particuliere beleggers geloofde toen dat de aandelenmarkt zou blijven stijgen.
2 maanden later piekte de aandelenmarkt, een jaar later volgde een van de grootste marktcrashes uit de geschiedenis.
En ook nu is de Amerikaanse belegger weer optimistisch. 47% van de ondervraagde beleggers verwacht dat de Amerikaanse aandelenmarkt binnen 12 maanden hoger staat dan vandaag. Dat is een stijging van 50% op enkele maanden. Donald Trump is niet de vriend van vele Amerikanen, maar hij werkt blijkbaar wel het nodige optimisme in de hand.
De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar ze rijmt wel dikwijls.
Wanneer de particuliere belegger euforisch wordt, is het einde van het feestje heel dikwijls in zicht. Tel daarbij op dat de Federal Reserve in een rentecyclus zit waarbij de rente stijgt en ‘insiders’ – diegene die het beste weten wat er speelt – steeds negatiever worden, en een alerte belegger weet dat hij momenteel goed op zijn tellen of centen moet letten.