In 2015 waren fusies en overnames op Wall Street nog schering en inslag. 2016 daarentegen lijkt het jaar te gaan worden van afgeblazen deals, schrijft de Wall Street Journal. Deze trend gaan banken honderden miljoenen dollars kosten. Dit jaar zijn op Wall Street reeds voor $395,4 miljard aan fusies en overnames afgeblazen, geeft dataverzamelaar Dealogic aan. Op woensdag 11 mei viel nog de miljardendeal tussen de producenten van consumtiegoederen Staples en Office Depot uiteen. Andere veelbesproken mislukte deals in 2016 waren de overnames van Baker Hughes door oliedienstenleverancier Halliburton en Allergan door farmagroep Pfizer. Deze laatste was trouwens de grootste aangekondigde (maar dus nog niet gerealiseerde) deal van 2015. Die $395,4 miljard is een nieuwe absoluut jaarrecord, ook al zouden er dit jaar geen deals meer worden opgebroken. Dealogic stipt verschillende redenen aan voor het mislukken: strengere regulatoren (zoals in het geval van Staples en Office Depot), onzekere markten en doelwitten die geen zin (meer) hebben om te worden overgenomen. Is dit dé nieuwe trend van 2016? Mislukte deals werken alleszins aanstekelijk want velen zouden wel eens hun overnameplannen kunnen opbergen.
Slecht nieuws voor banken
Hoe dan ook is dit slecht nieuws voor banken die vorig jaar miljarden opraapten nadat er in totaal voor $4600 miljard aan deals werden afgesloten. Financiële begeleiders krijgen het meeste van hun vergoedingen immers pas nadat de deal effectief rond is. Als een deal niet plaatsvindt, wordt een groot deel van het voorbereidende werk dan ook niet betaald. De drie eerder aangehaalde mislukte deals doen banken zoals Goldman Sachs, Credit Suisse, Bank of America en JP Morgan al $300 miljoen aan vergoedingen mislopen. Dit alles komt op een slecht moment want voor veel financiële groepen was dergelijke begeleiding de belangrijkste inkomstenbron geworden, nu trading en kredietverlening minder draait.