Het gemiddelde rendement van de S&P500 – door vele gezien als de meest prominente aandelenindex op aarde – is de afgelopen 90 jaar ongeveer +8% per jaar. Dat is al bij al niet slecht en zeker een heel stuk meer als dat je tegenwoordig krijgt van de bank om je geld aan hun te lenen, een spaarrekening dus.

Maar het feit dat het gemiddelde zo een +8% per jaar is, wil niet zeggen dat dit jaar op jaar het geval is.

Volgens Ben Carlson van Ritholtz Wealth Management is de norm doorgaans dat er tweecijferige percentuele rendementen gehaald worden per jaar.

De weg naar de bovengenoemde +8% gemiddeld per jaar is dan ook vaak erg hobbelig, zo is er wel eens sprake van een jaar zoals 2008 waarin gigantische verliezen worden gemaakt.

Alsook zijn er ook vaak prachtige jaren bij zoals 2017, waar een rendement van meer dan +20% werd behaald.

Je moet volgens Carlson dus wel tegen wat volatiliteit kunnen om op de langere termijn van deze mooie rendementen te kunnen genieten.

Van de laatste 90 jaar hebben Amerikaanse aandelenindexen er 66 jaren met winst afgesloten en 24 met verlies.

Op de onderstaande grafiek van Carlson zie je erg gedetailleerd de rendementen van de afgelopen 90 jaar.

Zo zie je bij het bestuderen van deze grafiek ook dat jaren met grote dalingen vaak gevolgd worden door jaren met mooie stijgingen, en vice versa.

Je zou van minder een zenuwinzinking krijgen als je met je zuurverdiende geld in zo een touwtrekwedstrijd zit.

Maar uiteindelijk hebt je de vindingrijkheid van de mensheid aan jouw kant staan als je aandelen koopt, en door de band genomen ga je het op termijn best goed doen.

De markten zullen je echter blijven testen om te zien of je deze mooie winsten wel waardig bent, en het is aan jouw om deze storm te doorstaan en er uiteindelijk als overwinnaar uit te komen, aldus Carlson.