Het Italiaanse olieconcern Eni heeft aandeelhouders afgelopen vrijdag teleur moeten stellen: het dividend wordt verlaagd om zo cash achter de hand te houden voor productiegroei in de toekomst. Eni is daarmee de eerste olie major die een dividendverlaging doorvoert, vanwege de lage olieprijzen. Topman Claudio Descalzi stelde voor om het dividend voor 2015 te verlagen naar 0,8 euro per aandeel in vergelijking met de winstdeling van 1,12 euro per aandeel in 2014. Het oliebedrijf kondigde daarnaast aan 17% van de investeringen te schrappen in 2015 tot 2018. Daardoor wordt in deze periode 48 miljard euro geïnvesteerd. De oliegigant verkoopt ook assets ter waarde van 8 miljard euro. Beleggers waren niet blij met het nieuws en drukten massaal op de verkoopknop: Eni daalde op vrijdag met 6% om later weer iets te herstellen. Lage olieprijs drukt op cashflow Eni is niet het eerste bedrijf dat stappen heeft ondernomen om de effecten van de lage olieprijs te compenseren. Veel andere oliebedrijven hebben kapitaalinvesteringen teruggedrongen en kostenbesparingsprogramma’s voorgesteld. Een drastische stap, zoals een dividendverlaging, is alleen een primeur. Voor veel oliebedrijven is het dividend heilig. Zo hebben BP en Shell al aangegeven dat ze er alles aan doen om het dividend staande te houden en eerder kijken naar het verlagen van de capex, assets verkopen of meer geld gaan lenen om zo het dividend wel te kunnen betalen. Begin januari verzekerde Descalzi persbureau Reuters er nog van dat ook zijn bedrijf de middelen zou hebben om door de oliestorm te navigeren, en dividendbeleggers er zonder kleerscheuren uit zouden komen. Maar, omdat Eni door veel investeringen nu een olieprijs van 120 dollar per vat nodig heeft om break even te draaien, is het geen verrassing dat het dividend toch wordt verlaagd. Shell en ExxonMobil hebben naar schatting ongeveer 60 dollar per vat nodig om quitte te spelen.