Beleggers maken fouten, veel fouten. Vreemd genoeg maken veel beleggers ook steeds dezelfde fouten. Dit zorgt ervoor dat veel beleggers: a) weinig of geen geld verdienen – b) niet meer beleggen. Beide zijn spijtig. Fouten kunnen namelijk vermeden worden en de aandelenmarkt is nog steeds dé plaats bij uitstek om geld te verdienen.
De aantrekkingskracht van het grote geld zorgt ervoor dat veel beleggers meer euro’s zien dan hun aandelenportefeuille kan opbrengen. Terwijl de gemiddelde aandelenmarkten wereldwijd zo’n 7% à 9% per jaar opbrengen, blijft de gemiddelde kleine belegger steken op 2% à 3% per jaar.
Wie deze 5 fouten kan vermijden, geeft zichzelf een enorme voorsprong op andere beleggers.
-1. Te veel betalen voor een aandeel
Veel beleggers kijken naar het verhaal rond een bedrijf en niet naar de waardering. Een goed bedrijf kan een slechte belegging worden wanneer je te veel betaalt. Een slecht bedrijf kan een goede belegging worden wanneer je te weinig betaalt. De prijs is wat je betaalt, de waarde is wat je krijgt.
Er zijn verschillende manieren om de waarde van een aandeel te bepalen. Maar hoe meer je betaalt voor een aandeel, hoe lager het potentiële toekomstige rendement is. Leer daarom op zijn minst de basis van hoe je een aandeel moet waarderen.
-2. Te veel kosten betalen
Er zijn altijd kosten verbonden aan een belegging. En ze kunnen een enorm verschil maken op je rendement. Iedere euro die je betaalt aan kosten, is een euro die voor jou geen geld kan opbrengen. Stel dat persoon A en B €10.000 beleggen over een periode van 50 jaar met een jaarlijkse opbrengst van 8,5%. Persoon A betaalt 0,25% kosten per jaar, persoon B 2%.
Het verschil tussen beide lijkt niet zo groot, maar op het einde van de rit verdient persoon A meer dan €6 miljoen terwijl persoon B het moet doen met iets minder dan €3 miljoen.
-3. Geen rekening houden met inflatie
Stel je koopt een 30-jarige obligatie met een rendement van 4%. Je herinvesteert de opbrengst ook in obligaties die 4% per jaar opbrengen. Tijdens diezelfde tijdspanne bedroeg inflatie ook gemiddeld 4%. Na 30 jaar maak je dan van €100.000 en mooi bedrag van €311.865. Maar door inflatie bedraagt je koopkracht nog steeds €100.000.
Wie zijn koopkracht wil laten stijgen, moet ervoor zorgen dat zijn rendement boven inflatie ligt. Anders heb je nog steeds geen geld verdient.
-4. Goedkoop verkiezen boven goed
Waardering is zoals gezegd bijzonder belangrijk. Maar waardering is niet altijd alles. Sommige bedrijven zijn om een reden goedkoop en zullen dan ook altijd ‘goedkoop’ blijven. De beleggingen die het meeste geld opbrengen zijn investeringen in kwalitatief goede bedrijven. De heilige graal is om deze bedrijven goedkoop te kunnen vinden.
-5. Kopen wat je niet begrijpt
Wanneer je niet kan uitleggen wat het bedrijf doet in 3 zinnen of aan een kind van 5 jaar, moet je er geen aandelen van kopen. Je kan niet verwachten om een bedrijf te beoordelen en de toekomstverwachtingen te voorspellen wanneer je het bedrijf zelf niet begrijpt.
Bron: The Balance