Een week geleden zag alles er nog rooskleurig uit. Toch is de handelsweek compleet anders verlopen dan veel beleggers hadden verwacht. De ‘cocktail’ aan zorgen heeft namelijk eindelijk effect gehad op de beurskoersen. Lang leek het er op dat de stier onverslaanbaar was, maar tijdens de afgelopen handelsdagen is gebleken dat die gedachte een illusie is.
Wall Street wist zich geruime tijd erg goed staande te houden. Toch waren er al genoeg voortekens aanwezig die eigenlijk al lieten doorschemeren dat de Amerikaanse aandelenmarkten getrakteerd zouden worden op een flinke beursdaling. Zo moesten de groeimarkten en de meeste Europese indices tijdens de afgelopen handelsweken al het nodige terrein prijsgeven. Daarnaast zaten de Amerikaanse obligatierentes ook al geruime tijd in de lift.
Oktober crashmaand?
Uiteraard moet er altijd een ‘trigger’ zijn die leidt tot een imposante verkoopgolf. En deze keer waren dus meerdere aspecten aan te wijzen als de zogenaamde trigger. Toch is de huidige beweeglijkheid heel normaal. Tenminste, dat blijkt uit onderzoek van LPL Research. Op de bovenstaande staafgrafiek is te zien dat de S&P 500 index in de maand oktober gemiddeld gezien geconfronteerd wordt met de meeste 1%-bewegingen (sinds 1950).
Overigens hoeft de prijsval van afgelopen week niet te betekenen dat er een einde is gekomen aan de Bull Market. Wall Street ligt er namelijk, relatief gezien, nog steeds prima bij. Wel zijn beleggers geconfronteerd met het feit dat beurskoersen niet oneindig kunnen stijgen zonder geconfronteerd te worden met een noemenswaardige correctie.