De eerste week van het nieuwe beursjaar verliep dramatisch voor de internationale aandelenbeurzen. Beleggers kijken daarom met spanning uit naar de nieuwe handelsweek. Zouden de maatregelen in China het vertrouwen op de beurzen doen terugkeren? Het antwoord is een duidelijk nee. De Chinese beurzen gingen maandag weer hard onderuit, onder meer door zwakke inflatiecijfers. De Shanghai Composite-index daalde ruim 5 procent en de graadmeter in Shenzhen moest maar liefst 6,5 procent terug. De neerwaartse spiraal van vorige week kreeg daarmee een vervolg. Ook Hong Kong’s Hang Seng index koerste met 2,24 procent lager. De graadmeter daalde met die uitslag voor het eerst sinds juni 2013 onder de 20.000 punten.
Oorzaken daling
Belangrijke oorzaken van de negatieve stemming waren onder meer de zwakke inflatiecijfers en een stevige daling van de producentenprijzen. Ook greep de Chinese centrale bank voor de tweede handelsdag op rij in om de eigen munt, de yuan, te beschermen tegen een waardedaling. Patrick Armstrong, CIO bij Plurimi Investment Managers, stelt in een eerste commentaar dat de marktreactie op de bewegingen van de yuan overdreven is: “De PBOC blinkt niet uit in kordaat en transparant optreden, maar het negatieve marktsentiment is overdreven.”
Markt bezorgt over groei China
Ook is de markt bezorgt dat de economische groei in China zwakker is dan gedacht. “De markt is bezorgd over de financiële stabiliteit van China,” zo stelt Matthew Sherwood, analist bij Perpetual in Sydney. “Beleggers zijn bezorgd over de vooruitzichten van de economie. Veel mensen denken dat een harde landing onvermijdelijk is.” De Nikkei in Tokio bleef gesloten in verband met een feestdag. Elders in de wereld zuchten de markten onder de verliezen in China. Zo verloren de Kospi in Seoul en de All Ordinaries in Sydney beide 1,2 procent.
Volg het nieuws van de financiële markten op de voet via de Facebookpagina van Slim Beleggen.