Wie naar de waarderingen op de beurs van Shanghai kijkt, kan maar één conclusie trekken: spotgoedkoop! Hier ligt dan ook een opgelegde kans voor slimme beleggers. Om maar met de deur in huis te vallen: veel beleggers hebben hun vingers gebrand aan Chinese aandelen. De beurs van Shanghai heeft inderdaad een tijdje in zak en as gezeten. Heel wat waarnemers keken uit naar signalen die er op konden wijzen dat de Chinese economie op een harde landing afstevende. Die harde landing is er uiteindelijk niet gekomen. De mist boven de Chinese economie klaart langzaam maar zeker op, de kwaliteit van de macrocijfers is er met sprongen op vooruitgegaan. Daarom is de tijd opnieuw aangebroken om naar Chinese aandelen te kijken. Dat is ook de mening van Howard Marks die vorige week op Bloomberg een lans kwam breken voor de Chinese beurs. Zijn redenering is heel eenvoudig: de Shanghai Composite’s price-to-book ratio bedraagt nog maar de helft van het niveau uit november 2010.
Zonder meer goedkoop
De price-to-earnings multiple is bovendien 42 procent lager dan drie jaar geleden. De Financial Times vulde aan wat Marks niet zei: Chinese aandelen zijn met een K/W van 7 en een gemiddeld dividendrendement van 4,6 procent zonder meer goedkoop. Vallen er koopjes te halen? Marks denkt van wel. Hij stelt vast dat de investeerders momenteel te bullish zijn voor de dure Amerikaanse aandelen en te bearish voor goedkope Chinese aandelen. Het GROEIMARKTEN Rapport van Slim Beleggen vertelt u alles over het investeren in landen als China