China is de veruit de grootste uitstoter van broeikasgassen wereldwijd. Maar gaan de Chinezen echt hun economische groei opgeven voor het milieu? Wil China oprecht de klimaatverandering te lijf gaan? Reken maar van yes, zo schrijft commentator Ambrose Evans-Pritchard in de Telegraph. Sterker nog, daar zijn ze al hard mee bezig. En niet alleen omdat de zware wintersmog het openbare leven in bijvoorbeeld Peking deze week weer lam legt. Chinese wetenschappers publiceerden recent alarmerende rapporten over de impact van klimaatverandering. Zo warmt de Himalaya, het grootste zoetwaterreservoir na de Noordpool en Antarctica, in recordtempo op. En dat dreigt de volledige waterhuishouding in de grote rivieren te ontregelen. Daar komt bij dat grote kuststeden als Shanghai, Tianjin en Guangzhou kwetsbaar zijn. Evans-Pritchard:
De boodschap is dat China tegenover een existentiële bedreiging staat. Of u deze hypothese accepteert of niet, doet niet ter zake. Het Chinese Politbureau accepteert het. Zo ook president Xi Jinping. Dit politieke feit betekent een aardverschuiving voor de wereldwijde fossiele brandstoffenindustrie en de energie-economie.
En de Chinezen hoeven voor een omschakeling hun economie niet op te geven. Integendeel, acht van ’s werelds grootste zonne-energiebedrijven zijn Chinees. Net als Goldwind, nummer twee wereldwijd in windturbines. Bovendien gaat een omschakeling naar duurzaam gepaard met investeringen. En die zijn goed voor de economie. China investeerde vorig jaar al $ 90 miljard in duurzame energie, aldus de commentator. Volgens Isabel Hilton van China Dialogue betekent deze transformatie dat Peking er juist belang bij heeft de wereld aan de klimaatovereenkomst van Parijs te houden:
De Chinezen denken dat ze de lage koolstof-technologieën kunnen domineren.
De kosten dalen zo snel dat windstroom in Jilin, Jiangsu en Zhejiang nu al goedkoper is dan kolenstroom. Evans-Pritchard denkt dan ook dat de Chinese CO2-emissies ver voor de doelstelling van 2030 zullen pieken. Want China gebruikt slechts 60% van de kolen voor elektriciteit tegen 90% in de VS. De rest is voor verwarming thuis en in kleine werkplaatsen. En juist dat laatste pakt de overheid nu met hoge prioriteit aan. Dit alles betekent dat kolen-, olie- en gasproducenten en hun beleggers hun borst nat kunnen maken, aldus de commentator. De politieke wereldmacht kantelt naar een dramatische reductie van fossiele brandstoffen. Evans-Pritchard:
En dat hoeft ons op macrogebied per saldo niets te kosten. De wereld kampt met lage groei en een overschot aan spaargeld, net als in de jaren 1930. Investeringen in duurzame energie zijn onze grootste economische troefkaart.