In China zijn de zaken eigenlijk vrij eenvoudig: iedereen weet dat de macrocijfers gemanipuleerd worden en iedereen doet alsof er niets aan de hand is. Deze onderlinge samenwerking is noodzakelijk om al te grote accidenten te vermijden. Maar bovendien is er ook nog de Chinese regering die een grote vinger in de pap van die economie heeft. Wanneer een of andere minister in Beijing beslist dat de economie moet groeien dan zal die economie ook daadwerkelijk groeien. Zo gaat het er nu eenmaal aan toe in een staatsgeleide economie. Daarom hoeven we er niet meteen voor te vrezen dat het Gross Domestic Product (GDP) van China plots zwaar slagzij zal maken. De Amerikaanse regering heeft een minder grote vinger in de economische pap of doet toch alleszins alsof ze die niet heeft. Maar als puntje bij paaltje komt is de greep van de Amerikaanse overheid op de economie bijna even groot als die van de Chinese. Maar Washington maakt om dat te bereiken gebruik van haar centrale bank.
Amerikanen geloven niet in de eigen economie
De Fed houdt de economie recht door massaal geld te drukken. Vervolgens schreeuwt de overheid van de daken dat het economisch beter gaat. De bedoeling van dit alles is om de consument meer vertrouwen te geven zodat hij of zij meer zal spenderen, en op die manier de economie recht houdt. Natuurlijk is dit alles kunstmatig. Maar geloven de Amerikanen ook daadwerkelijk hun regering wanneer deze beweert dat alles goed gaat? 7 op de 10 Amerikanen hebben het gevoel dat de crisis niet achter de rug is, wel integendeel. Ze hoeven trouwens maar om zich heen te kijken om met eigen ogen te kunnen vaststellen dat de economie wel degelijk een puinhoop is. Steeds meer Amerikanen zijn in 1 of andere vorm afhankelijk van overheidssteun, ze kunnen op eigen houtje niet meer overleven. Aan het kopen van een huis kunnen ze niet denken. Uiteindelijk zijn het alleen de investeerders op de Amerikaanse beurzen die beter worden van de politiek van de Fed, niemand anders. Bescherm uw zuurverdiende centen – Download de GOUDGIDS