De olieprijs zat de afgelopen weken weer in de lift. Een vat ruwe olie wist zelfs even weer boven de grens van 70 dollar te komen. Ondanks het feit dat de olieprijs tijdens de afgelopen twee weken wat terrein heeft moeten inleveren, ziet het algehele plaatje er nog steeds uitstekend uit.
Tegen alle verwachtingen in wist de organisatie van olielanden (OPEC) er voor te zorgen dat het overaanbod relatief snel teruggedrongen werd. Mede daardoor is de olieprijs de afgelopen maanden zo sterk in waarde gestegen. Daarnaast zorgt de groei van de wereldeconomie er voor dat de vraag naar olie groot blijft.
Deze landen zijn gebaat bij een hogere olieprijs
De economen van The Economist hebben in kaart gebracht welke landen voordeel halen van een hoge olieprijs. Op de bovenstaande grafiek, afkomstig van Economist.com, is te zien dat met name de Russische en Canadese economie sterk profiteren van een olieprijs die het niveau van 100 dollar weet te bereiken. Daar staat tegenover dat Turkije het economisch gezien het zwaarst te lijden heeft onder een hoge olieprijs.
Overigens behoeft de situatie in de Verenigde Staten en Mexico wat uitleg. Beide landen exporteren olie, maar zijn per saldo toch netto-importeurs van olie. Dit betekent dat ze onder aan de streep meer olie importeren dan exporteren. Toch weet een olieprijs van 100 dollar per barrel te leiden tot een betere economische groei, omdat een hogere olieprijs in beide landen zal bijdragen aan investeringen en werkgelegenheid in de olie-industrie. En deze factor weegt economisch zwaarder dan de hogere lasten van de huishoudens.
Wie vandaag laag wil kopen, moet NU in grondstoffen zitten.
Contrair beleggen is vandaag beleggen in grondstofaandelen. Dit onderdeel wordt door de massa uitgespuwd met uitzonderlijke lage waarderingen tot gevolg. De rally in goudmijnaandelen gemist? Of wil je het nog eens overdoen? Lees dan snel verder >>