De kleinere bedrijven, de zogenoemde smallcaps, hebben het in 2014 minder goed gedaan dan de rest van de beursgenoteerde bedrijven als we kijken naar de Amerikaanse aandelenmarkten. Toch zijn er argumenten die nu voor de smallcaps spreken en die willen we je natuurlijk niet onthouden. Als we een blik werpen op de Russel 2000 index (een Amerikaanse index bestaande uit 2000 smallcaps) dan zien we dat de index een redelijk stuk achterblijft bij Amerikaanse largecaps. Zo wist de Russel 2000 index in 2014 een rendement te realiseren van 4,89 procent, terwijl de S&P 500 een plus behaalde van 13,7 procent. Een behoorlijk verschil inderdaad. Ook de S&P 600 bleef achter met een rendement van 5,76 procent. Bekijk hier onze toppicks uit het Groeimarkten Rapport Analist Jonathan Golub, analist bij de Royal Bank of Canada stelt recent echter in een note dat de lagere prijzen van olie en de combinatie met een sterkere dollar ervoor kunnen zorgen dat kleinere bedrijven het dit jaar relatief goed doen in verhouding tot grotere bedrijven. Golub wijst er hierbij op dat de lagere olieprijzen en een sterkere dollar 2 dingen zijn die grotere bedrijven vaak pijn doen.
Smallcaps profiteren
‘Zeker als de dollar in waarde stijgt, hebben de multiples van grotere bedrijven de neiging om te worden gedreven door de instroom van kapitaal uit het buitenland’, zo schreef Golub. ‘Smallcaps nemen vaak echter geen deel aan deze verschuiving van kapitaal. Anders gezegd kun je stellen dat terwijl de winsten van smallcaps waarschijnlijk gewaarborgd worden door een sterkere dollar, dit waarschijnlijk niet de multiples beïnvloedt.’
Daarnaast heeft de S&P 600 slechts de halve weging in energie die de S&P 500 heeft. ‘De smallcap index is echter licht gevoeliger voor veranderingen in de olieprijzen’, meldt Golub verder. ‘Dit komt door grondstofgevoelige namen en doordat olie voor die bedrijven fungeert als groeiaanjager. Smallcaps hebben de neiging zich meer op de trekken aan economische activiteiten.’