De S&P 500 is tussen januari en april van dit jaar met meer dan 13% gedaald, door mogelijk stijgende rentetarieven en een moeilijk geopolitiek landschap . Hiermee beleefde de beursindex de slechtste start van een jaar sinds 1939.
De aandelenmarkt van vandaag valt natuurlijk niet volledig te vergelijken met die van 83 jaar geleden. Ten eerste bestond de S&P toen uit slechts 90 bedrijven. Maar het is duidelijk dat het eerste derde deel van het jaar voor beleggers, vanuit welk referentiepunt dan ook, rampzalig is geweest. De Dow is in deze periode met 9% gedaald terwijl de technologie-index Nasdaq meer dan 20% moest prijsgeven.
Kopzorgen
De markt heeft genoeg om zich zorgen over te maken. De Federal Reserve staat op het punt de rente agressiever te gaan verhogen om de inflatie te bestrijden. De bezorgdheid over nieuwe Covid-varianten en de aanhoudende lockdowns in delen van China, jagen beleggers angst aan. Daar kwam op 24 februari nog de invasie van Rusland in Oekraïne bij. Al deze factoren hebben geleid tot toenemende zorgen over een recessie.
Techaandelen hebben de zwaarste klappen gekregen. Amazon, Meta en Netflix zijn bijzonder hard geraakt. Netflix, ooit de lieveling van beleggers, is met een daling van 68% zelfs de slechtste performer van de S&P 500 tot nu toe dit jaar.
Wall Street is vaak van mening dat de aandelenmarkten stijgen wanneer er veel onzekerheid is. Dit komt deels omdat beleggers vooruitkijken naar een rooskleurigere toekomst wanneer al de angsten afnemen. Moet het ergste nog komen voor de markten of is de markt dichtbij een bodem?
Bron: CNN
Foto: iStock