China en de Verenigde Staten zijn kopen in snel tempo schaarse grondstoffen op voor de wederopbouw van hun economieën na de pandemie. Dit jaagt de prijzen de hoogte in en dreigt de herstelplannen van Peking in de war te sturen.

De kosten van alles wat nodig is voor het infrastructuurplan van China, van staal en kolen tot glas en cement, rijzen de pan uit. De prijs van betonijzer, dat wordt gebruikt om beton te versterken, bereikte onlangs 6 200 yuan ($965) per ton. Dit is een stijging van 40% dit jaar en een absoluut record. Hiernaast steeg ijzererts dit jaar reeds met 25%.

China was de enige grote economie die vorig jaar aan een recessie ontsnapte toen de pandemie toesloeg. Desondanks lanceerde het land een infrastructuurplan ter waarde van $500 miljard om zijn economische groei opnieuw te versnellen, na he traagste groeitempo in decennia.

De stijgende grondstoffenprijzen zetten sommige Chinese bedrijven er al toe aan hun werkzaamheden op te schorten. Analisten waarschuwen dat kleinere bedrijven zouden kunnen beslissen om personeel te ontslaan om de stijgende prijzen te compenseren.

Zorgen voor Peking

Ook de leiders van Peking beginnen zich zorgen te maken over de stijgende kosten. Deze zouden een negatieve druk kunnen uitoefenen op het herstel van het land.

De inzet in China is immers hoog. China moet elk jaar in het volgende decennium met zo’n 5% groeien om het doel van president Xi Jinping te halen. De president wil een verdubbeling van het bruto binnenlands product tegen 2035.

De stijgende grondstoffenprijzen kunnen er echter voor zorgen dat de groei minder sterk is dan verwacht, waardoor de doelstellingen niet gehaald zullen worden.

Premier Li Keqiang stelt:

We moeten de buitensporige snelle stijging van de grondstoffenprijzen aanpakken om de economische groei te waarborgen.

Bron: CNN

Foto: iStock