Beleggen is verre van eenvoudig, de rendementen vallen soms ronduit tegen en tóch denken veel beleggers dat het met de kennis van beleggen wel goed zit. Welnu, wij hebben een ware ‘eye opener‘ voor u gevonden… Beleggen is een proces van vallen en opstaan. Als u succesvol wilt beleggen, is het zaak om vor kennis te blijven opdoen. Op het moment dat het gevoel ontstaat dat u ‘het allemaal wel weet en begrijpt’ wordt het tijd om even aan de zijlijn te gaan staan. Beleggen is namelijk verre van makkelijk, en wat het zo lastig maakt: de spelregels wijzigen geregeld. Bij beleggen draait het vaak om ‘wat wij weten.’ En daar ligt soms direct de wortel van misverstanden die leidt tot teleurstellende, soms zelfs negatieve rendementen. Wij hebben een mooi voorbeeld gevonden van een schier onuitroeibare, klassieke beleggersfout die zo eenvoudig ontstaat omdat de basisgedachte zó logisch lijkt: logisch, maar fout. **De Slim Beleggen BEURSBIJBEL: voor als u méér klassieke fouten wilt kennen, herkennen, en vermijden: wij hebben een top 10 voor u samengesteld. Download hem hier, GRATIS**
Beleggen: zo werkt het dus niet
Wat is het geval? Beleggers denken dat er een direct, want oh zo logisch lijkend, verband bestaat tussen de economische groei van land X en de aandelen performance. Welnu, gooit u die gedachte maar direct in de prullenmand. Landen met de laagste BBP groei geven de beste aandelen returns. De kans is levensgroot dat u die niet zag aankomen. Waarom? Omdat het totaal niet logisch lijkt. Nu hoeft u ons uiteraard iet op onze blauwe ogen te geloven: oordeel u vooral zelf aan de hand van onderliggend staatje wat wij op BI tegenkwamen. Dat noemen wij ook wel een paradox: er bestaat zowaar een negatief verband tussen de ontwikkeling van de aandelenbeurs van land X en de ontwikkeling van het BBP. Het Credit Suisse Research Institute publiceerde onlangs een rapport van een drietal researchers verbonden aan de London Business School die dit toch opmerkelijke fenomeen uit de doeken doet. Het waarom van deze (schijnbare) tegenstelling en hoe dat nu precies zit, daar hebben de drie researchers een viertal verklaringen voor: 1) Aandelenkoersen lopen een x aantal maanden vooruit: landen de er economisch matig tot slecht voorstaan, maar waarbij verbetering wel verwacht wordt, daarbij geldt dan aandelen die verbetering al minstens deels in zullen prijzen. 2) Aandelen kopen van landen die er economisch goed voorstaan en waarbij de economie een gezonde groei laat zien, zijn minder risicovol. En u weet: risico en rendement gaan hand in hand. 3) De mogelijkheden om onjuiste pricing (van aandelen) te corrigeren, annex weg te arbitreren, zijn soms beperkt. Zo is het shorten van aandelen relatief duur, soms te duur, waardoor overhitte en overgewaardeerde aandelenmarkten toch lang te duur kunnen blijven. 4) De factor geluk. Sommige landen beschikken over rijke resources, maar dat wordt door de markt onvoldoende (h) erkent. De gelukkige belegger die dat wel oppikt, kan outperformen. Een interessantie studie en allicht voor veruit de meeste beleggers een echte ‘eye opener.’ De cijfers an sich, de research grijpt tot 100 jaar terug in de geschiedenis, staan niet ter discussie. Wij hechten er echter wel aan te benadrukken dat de vier redenen zoals hierboven opgesomd, echt alléén op het conto van de drie researchers, Elroy Dimson, Paul Marsh, and Mike Staunton, moeten worden geschreven.